Tijdens het Webinar Doopsgezind Seminarie – Kerk in oorlogstijd. De rol van de kerk: vrede, getuigenis, en verantwoordelijkheid gehouden op 18 mei 2022 heeft prof. dr. Heleen Zorgdrager gesproken over de Oekraïense kerken. Dit is haar bijdrage voor het Webinar Doopsgezind Seminarie.
Welke ethiek van oorlog en vrede is leidend voor de Oekraïense kerken in de huidige oorlog? Het is minstens verhelderend om te kijken welke concepten wel of juist niet worden gehanteerd.
‘Rechtvaardige oorlog’ is een notie die we als zodanig weinig tegenkomen. Het is geen concept dat een plaats heeft gevonden in de Oosters-Orthodoxe theologie. Gebruik van geweld en het doden van een medemens in een oorlog wordt gezien als een soms noodzakelijk kwaad om land en volk te beschermen, maar kan moeilijk met het begrip ‘rechtvaardig’ in verband worden gebracht. Oosters-Orthodoxe theologie geeft geen set van algemene criteria om te bepalen of een oorlog ‘rechtvaardig’ of ‘heilig’ is. Een soldaat die uit de oorlog komt zal altijd boete moeten doen voor hij weer ter communie kan gaan, volgens de oud-kerkelijke handboeken.
Zonder de term ‘rechtvaardige oorlog’ specifiek te gebruiken is ze naar de inhoud wel aanwezig. Grootaartsbisschop (voor eigen gelovigen: patriarch) Sviatoslav Shevchuk van de Oekraïense Grieks-Katholieke Kerk verwijst ernaar als hij enkele dagen voor de Russische invasie stelt dat de katholieke moraalleer het gewapende verzet tegen een onrechtvaardige agressie ethisch toelaatbaar acht. “De bescherming van het eigen land, onze herinnering en hoop, ons God-gegeven recht om te bestaan, beschouwen we als een persoonlijke verantwoordelijkheid en een heilige plicht voor de burgers van Oekraïne.” De Oekraïense Raad van Kerken en Religieuze Gemeenschappen spreekt op 24 februari onomwonden morele en spirituele steun uit voor de militaire verdediging van het land: “Wij steunen de militaire strijdkrachten van Oekraïne en al onze verdedigers, we zegenen hen in hun verdediging van Oekraïne tegen de agressor, en wij bidden voor hen.”
‘Rechtvaardige vrede’, ‘just peace’ is een oecumenisch concept dat ik wel tegenkom in publieke uitingen van kerkleiders. Misschien minder dan we zouden hopen, dat heeft te maken met de betrekkelijk geïsoleerde positie van de Oekraïense kerken door de Sovjetgeschiedenis en met de vanaf de jaren negentig onopgeloste problemen van jurisdictie. Ze hebben de ontwikkeling van oecumenische vredestheologie niet actief kunnen meemaken. ‘Just peace’ houdt in dat duurzame vrede tot stand komt alleen onder de voorwaarden van rechtvaardige verhoudingen. Voor kerkleider Shevchuk heeft Poetin’s politieke erkenning van de soevereiniteit en onafhankelijkheid van de volksrepublieken Luhansk en Donbass de basisprincipes om tot duurzame vrede te komen, die van het internationale volkerenrecht, aan de kant geschoven. ‘Just peace’ zou vertaald naar de huidige situatie ondermeer vereisen een volledige terugtrekking van het Russische leger van Oekraïens grondgebied, teruggave van bezette gebieden en berechting van de oorlogsmisdaden.
‘Heilige oorlog’, ‘heilige strijd’ kom ik ook tegen in de kerkelijk retoriek. Daarbij wordt niet alleen aan de gewapende verdediging gedacht maar ook, en misschien vooral, aan spirituele kracht om sterk te staan tegenover de vijand. Er wordt gesproken over de innerlijke strijd en de uiterlijke strijd. Oekraïners moeten bereid zijn aan beide fronten te vechten, ieder op zijn of haar plaats. Tot de innerlijke strijd behoort ook je niet laten overwinnen door haat, want dan zou de vijand al gewonnen hebben.
Over vrede als een primair geestelijke werkelijkheid spreekt vooral metropoliet Onofrii van de Oekraïense-Orthodoxe Kerk van het Moskou Patriarchaat. Hij pretendeert boven het conflict te staan, zoekt een neutrale positie en maakt in zijn preken scheiding tussen de geestelijke wereld waarop gelovigen allereerst gericht moeten zijn en de concrete, alledaagse wereld van strijd en conflict. Terwijl ze wegblijft van politieke uitspraken, probeert de Oekraïens-Orthodoxe Kerk achter de schermen in humanitaire aangelegenheden een bemiddelende rol te spelen, zoals bij de uitruil van krijgsgevangenen of bij het onderhandelen over een humanitaire corridor uit belegerde steden.
Wat betreft terminologie vind ik dit het meest opvallende. Als aan Oekraïners gevraagd wordt wat voor hen het doel en de verhoopte uitkomst is van deze oorlog en waarvoor ook wij in het Westen zouden moeten bidden, is het antwoord vrijwel altijd ‘overwinning’ (перемога) en niet ’vrede’ (мир).
Dmytro Koeleba, de Oekraïense minister van buitenlandse zaken, die op 18 en 19 mei in Nederland was om te lobbyen bij de regering voor kandidaat-lidmaatschap van de Europese Unie, zei dat de enige uitkomst van deze oorlog kan zijn Oekraïne’s overwinning. Het Poetin-regime ontkent immers het bestaan van Oekraïne als natie en soevereine staat. Het is een kwestie van leven of dood, een strijd waarbij de existentie van Oekraïne op het spel staat. Daarom kan het enige doel zijn het verslaan van de Russische vijand, waarmee Oekraïne tegelijk duurzame vrede en veiligheid in de rest van Europa zal bewerkstelligen.
De meeste religieuze vertegenwoordigers sluiten zich aan bij ‘overwinning’ als doel van de oorlog. Ik geef twee voorbeelden.
De bisschoppensynode van de Oekraïense Grieks-Katholieke Kerk verbindt het met een bijzondere spirituele roeping en opdracht van Oekraïne in deze tijd. In een recente boodschap (14 mei, na tachtig dagen oorlogsverschrikking) schrijven de bisschoppen:
“Vandaag zien we de grote missie van het Oekraïense volk: deze roeping, naar Gods voorzienigheid, is dat in tijden van grote onrust en een dreigende vernietiging niet alleen van Oekraïne maar van veel andere naties, Kyiv Rus is opgestaan en de kwade wil van de agressor gestopt heeft. De prijs die we betalen op het altaar vandaag voor de bevrijding van ons en andere volken om de onverzadigbare draak te stoppen is zeer hoog. (…) Alleen door de kracht van liefde zullen we in staat zijn tot de finale overwinning van het goede over het kwade, van waarheid over leugens, van menselijke waardigheid over menselijke slechtheid.” De bisschoppen roepen de bezetters op berouw te tonen en hun wapens neer te leggen.
Ook de Baptistenpastor Andrei Babei zegt in een interview voor het Nederlandse tv-kanaal Family7: “‘overwinning’ is het kostbaarste woord dat wij nu hebben.” Hij roept Nederlandse christenen op te bidden voor overwinning, dat Oekraïners het Russische leger verslaan en ze overwinning en vrijheid zullen vieren. De interviewster voegt er snel achteraan ‘en vrede’. Ja, ook vrede, beaamt de pastor.
We moeten niet denken dat deze religieuze leiders rabiate oorlogshitsers zijn die zich laten meesleuren in de escalatie van een gewapend conflict. Zij zien de capitulatie van Rusland en een regimeverandering als de enige reële voorwaarde voor een duurzame vrede. Ze vinden historici aan hun zijde. Harvard historicus Serhii Plokhy stelt dat onderhandelingen nodig zullen zijn om bepaalde formele overeenkomsten te bereiken, maar dat de situatie alleen echt opgelost kan worden op het slagveld. Daar wordt een einde gemaakt aan Ruslands narratief dat Oekraïne niet bestaat als een staat. Yaroslav Hrytsak uit Lviv stelt dat Rusland in militaire termen verslagen moet worden maar maatschappelijk moet er samenwerking zijn om politieke hervormingen door te voeren.[11] Hij noemt Rusland een staat van het maffia-type. Geweld is de norm, democratie is de uitzondering. Onze aandacht moet uitgaan naar zowel politieke hervormingen als ontwapening van de Russische staat. Hrytsak vindt het moeilijk te geloven dat een wapenstilstand een oplossing zou kunnen zijn voor deze oorlog die als oorlog tegen democratie al decennia gaande is. Hij vergelijkt het met een oorlog tussen Rome en Carthago, waarbij een van beiden uitgeschakeld zal moeten worden. De vraag is wie Carthago zal zijn: Kiev of Moscow? Yale historicus Timothy Snyder tenslotte spreekt over “tien redenen waarom Oekraïne’s overwinning vitaal is voor de wereld.” Als eerste, fundamentele reden noemt hij dat Oekraïne’s overwinning de enige weg is om vrede te bereiken. “Ruslands overwinning zal leiden tot verdere Russische agressie. De capitulatie van Oekraïne zal leiden tot voortduren van Russische gruweldaden op Oekraïense bodem. (…) Oekraïne’s succes op het slagveld zal Rusland doen begrijpen dat onderhandelingen in zijn eigen belang zijn.”
Fred van Iersel, in gesprek met de Oekraïense theoloog Yuri Shchurko, onderkent dat pacifisme een verdedigbare optie kan zijn, zeker in tijden van bezetting, maar niet in de situatie waarin Oekraïne nu verkeert. Dan is een staat geroepen zijn burgers te beschermen. Individuen kunnen een pacifistische houding aannemen, en geweldloos verzet plegen als complementair aan gewapende verdediging, zoals we nu ook zien in Oekraïne. Van Iersel verwijst naar het VN Charter artikel 51 en de katholieke leer. En we moeten ethisch verder denken. De encycliek Pacem in Terris is nu 60 jaar geleden. We hebben, stelt Van Iersel, een nieuwe encycliek nodig waarin het bestaan van het kwaad wordt geadresseerd en instrumenten worden aangereikt om dat te identificeren.
Shchirko verwoordt de diepe teleurstelling van Oekraïners over de opstelling van paus Franciscus ten aanzien van de huidige oorlog. De paus staat een geweldloze weg van dialoog en diplomatie voor. Met zijn pacifisme wil hij onpartijdigheid uitstralen maar miskent daarbij de slachtoffers. Paus Franciscus probeert Poetin te begrijpen maar “het kwaad heeft geen logica.” Vanuit zijn Latijns-Amerikaanse achtergrond en de rol van militaire macht onder de junta ‘s zou de paus het conflict Rusland-Oekraïne niet begrijpen.
Binnen Oekraïne zijn vrijwel geen stemmen te horen die oproepen tot pacifisme. De brief van de 28 Duitse intellectuelen en kunstenaars valt daar niet in goede aarde. Vanuit Oekraïens perspectief kan alleen een overwinning op het slagveld en Rusland’s capitulatie tot een duurzame vorm van vrede leiden.
In Nederland hebben leden van Kerk en Vrede zich achter de oproep van de Duitse intellectuelen geschaard. Zij waarschuwen voor een noodlottige ontwikkeling van militaire escalatie die kan leiden tot een kernoorlog waarvan de hele wereld het slachtoffer wordt. Kerken zouden zich moeten verzetten tegen het leveren van nog meer wapens aan Oekraïne.
Oekraïners ervaren deze positie als het prijsgeven van hun land en volk aan de vernietiging, aan een totale russificatie en inlijving in de autocratische repressieve staat. Een vernietiging die naar hun stellige overtuiging ook niet zal ophouden bij de grenzen van Oekraïne.
Ik meen dat kerken in Nederland dit moeten beseffen. Op Oekraïens grondgebied wordt een oorlog uitgevochten waarbij wij al betrokken zijn, die ook onze oorlog is in zoverre het gaat om de verdediging van waarden als waardigheid, vrijheid, solidariteit, en verdediging van de rechtsstaat en de open samenleving. Elke mogelijkheid tot onderhandeling zal moeten worden aangegrepen, zij het in een houding als die van Matteüs 10:16 en in de wetenschap dat een dialoog weinig kans van slagen heeft met een tegenstander die stelselmatig van onbetrouwbaarheid blijk geeft. Elk onderhandelingsresultaat, elke halfslachtige oplossing zal alleen maar dienen om diens positie te versterken om tot een volgende agressie over te gaan. Het dilemma vanuit vredesethisch perspectief is dat een voortijdige wapenstilstand het gevaar in zich bergt van groter geweld en langduriger repressie. Tegelijk zou ik willen inzetten op de lijn van Hrytsak: investeren waar mogelijk, zeker ook vanuit West-Europa, in samenwerking met groepen en individuen in en buiten Rusland met het oog op politieke hervormingen.
Vaak zijn het vrouwen in situaties van oorlog die alternatieve strategieën van geweldloze conflictoplossing voorstaan. Vrouwen kunnen soms over grenzen heen allianties smeden en dialoog gaande houden, ze kunnen in hun ‘moral imagination’ soms voorbij zwart-wit schema’s denken. In de oorlog van Rusland tegen Oekraïne lijkt dit helaas een gepasseerd station. Als de vraag gesteld wordt of misschien moeders van Oekraïne een appel kunnen doen op moeders in Rusland, hoor ik een feministische academica, Oksana Kis, zeggen: onmogelijk, na wat er gebeurd is in Bucha en hoe dat ontkend wordt door de Russische mensen. Een meerderheid van Russische burgers heeft Poetin aan de macht geholpen en steunt hem ook nu. Dat maakt hen medeverantwoordelijk.
Tenslotte, welke mogelijkheden biedt de internationale oecumene, de Wereldraad van Kerken of andere organisaties? Mijn korte antwoord hierop is dat deze geen constructieve, vrede-bevorderende rol kan spelen zolang de Oekraïense kerken niet volledig lid zijn van deze organisaties en mee kunnen praten aan ronde tafels of in de Assemblee. Elk initiatief dat voorbijgaat aan de stemmen van slachtoffers is gedoemd te falen. Ik begrijp dat de (autocefale) Orthodoxe Kerk van Oekraïne inmiddels het lidmaatschap heeft aangevraagd van de Wereldraad van Kerken en dat het Centraal Comité van de Wereldraad hier in juni over gaat beslissen. Een positief besluit zal een stap op weg naar vrede zijn, welke consequenties er ook door de Russisch-Orthodoxe Kerk aan verbonden zullen worden. Maar vermoedelijk zal een besluit op de langere baan geschoven worden. Dan is het zaak om naar de inhoud ervoor te zorgen dat Oekraïense kerken aanwezig zijn als waarnemers bij de komende Assemblee in Karlsruhe (31 augustus-8 september) en dat het thema van Ruslands oorlog in Oekraïne expliciet op de agenda staat.
Openingsfoto: liturgie in een kerk in Stara Pryluka (Oekraïne), ©Wikimedia Commons, Visem, CC BY-SA 4.0 DEED.
Auteur
-
Hoogleraar Systematische Theologie en Genderstudies aan de Protestantse Theologische Universiteit in Amsterdam, ook gasthoogleraar aan de Oekraïense Katholieke Universiteit in Lviv.
Bekijk Berichten