Afscheiding van Moskou, of toch niet?

De beslissingen van de Oekraïens-Orthodoxe Kerk op 27 mei, en wat deze daadwerkelijk betekenen.

Op 27 mei 2022 kwamen de bisschoppen van de Oekraïens-Orthodoxe Kerk (formeel nog steeds onder de jurisdictie van het patriarchaat van Moskou) bijeen voor een vergadering. Het was in eerste instantie onduidelijk of er voldoende bisschoppen aanwezig zouden zijn om het als een bisschoppensynode te kunnen classificeren. Vooral de bisschoppen uit de gebieden die momenteel door het Russisch leger bezet zijn in de oostelijke delen van Oekraïne konden meestal niet fysiek aanwezig zijn. Ze konden dan echter online deelnemen, waardoor de vergadering als echte synode kon plaatsvinden. Het voornaamste punt op de agenda was de relatie met de Russisch-Orthodoxe Kerk, formeel nog steeds de moederkerk, in tijden van een Russisch-Oekraïense oorlog. De vervreemding van de Russische moederkerk zijn steeds duidelijker geworden in vergelijking met de weken daarvoor. Een aantal bisschoppen – gezamenlijk 17 van 49 – waren inmiddels gestopt om patriarch Kirill in de liturgievieringen te noemen. Dat kwam feitelijk neer op een weigering, om Kirill, die de Russische aanvalsoorlog op Oekraïne in zijn preken had gerechtvaardigd, als opperhoofd te herkennen. Metropoliet Onoefrij, het hoofd van de Oekraïens-Orthodoxe Kerk, had de aanval direct veroordeelt. Het is ‘broedermoord’,  die niet voor God en niet voor de mensen te rechtvaardigen was.

Op basis van de gezamenlijke verklaring, die uiteindelijk door de bisschoppensynode werd uitgevaardigd, kwamen commentatoren tot de conclusie dat hiermee een afscheiding van de Russisch-Orthodoxe Kerk werd uitgesproken (of zelfs kerkelijke autocefalie werd verklaard). Dat was nu wel een wat overhaaste conclusie, aangezien die niet helemaal klopt. Voor deze Oekraïense kerk had het canoniek recht, en de hiervan afgeleide legitimiteit van acties en van kerkscheuringen, altijd een grote betekenis. De bisschoppen hebben nu ook gestreefd naar een oplossing volgens de kaders van het canoniek recht. Een autocefalie kan volgens de bekende regelingen niet zo maar worden verklaard. Het zal erkend moeten worden door de andere kerken in de Orthodoxe wereld. Ook bij de andere Orthodoxe kerk in Oekraïne, de “Orthodoxe Kerk van Oekraïne”, die met hulp van oecumenisch-patriarch Bartholomeus in 2018-2019 ontstond, is dat tot nu toe nog niet het geval.

Er werd dus geen autocefalie verklaard. Toch vergroot deze verklaring de afstand tot de kerk van Moskou behoorlijk. Vooral wordt de zelfstandigheid en onafhankelijkheid van de Oekraïens-Orthodoxe Kerk beklemtoond. Hiervoor worden echter geen termen van het canoniek recht gebruikt, maar van de Oekraïense alledaagse taal (nezalezjnist’ – onafhankelijkheid; samostijnist’ – zelfstandigheid). In kerkrechtelijke termen wordt de autonomie benadrukt. Autonoom, ook gezien vanuit Moskou, is de Oekraïens-Orthodoxe Kerk al sinds 1990, zoals dat destijds door Russisch patriarch Aleksii II is toegekend. De Oekraïens-Orthodoxe Kerk regelt interne aangelegenheden op autonome wijze. Hetzelfde geldt voor het hoofd, de metropoliet van Kiev. Alleen moet de nieuwe metropoliet in Moskou worden gezegend en goedgekeurd, en is dan tegelijk lid van de bisschoppensynode van de Russisch-Orthodoxe Kerk. Formeel is metropoliet Onofrii van Kiev dat nog steeds, maar neemt deze functie sinds de oorlog in feite niet meer waar. Ook Moskou heeft een grens getrokken ten opzichte van de houding van de Oekraïens-Orthodoxe Kerk. Bij een recent samengestelde delegatie van het patriarchaat van Moskou voor het congres van de Wereldraad van Kerken in september dit jaar in het Duitse Karlsruhe behoren inmiddels ook geen Oekraïense bisschoppen of afgevaardigden meer. Dit was eerder wel het geval geweest. Elk van de Oekraïense bisschoppen is namelijk vervangen.

In de Russische media, kerkelijke en anderen, werd dan ook de betekenis van de genoemde verklaring gebagatelliseerd: “De verklaring bevat in principe niets nieuws.” Maar dat is dan ook weer niet juist. Er staat in de verklaring namelijk een zin, die door de Russische media werd weggelaten: “De bisschoppensynode in Kiev zegt daar expliciet, dat ze het niet eens is met patriarch Kirill in haar beoordeling van de oorlog.”

Verder bevat de verklaring een passage, waarin over de noodzaak werd gesproken om ook eigen parochies in het buitenland op te richten. De redenen hiervoor ontstonden uit de nieuwe taken in de zielzorg voor de velen vluchtelingen, die sinds het begin van de oorlog het land hadden verlaten en nu in Westerse landen verblijven. Ook dat is bij nader inzien een duidelijk teken van afzondering. Omdat de Oekraïens-Orthodoxe Kerk formeel nog steeds bij het patriarchaat van Moskou behoort, zijn er theoretisch geen afzonderlijke structuren in het buitenland nodig. Gelovigen gaan gewoon naar een van de Russische kerken in de diaspora, onder dezelfde patriarch. Zo was de situatie voor de oorlog, maar nu willen velen vluchtelingen dat juist niet meer. De oorlog heeft ook hier een grens getrokken.

Overigens noemt Onoefrij patriarch Kirill nog altijd in zijn liturgische vieringen (op de zondagen na de synode), maar dan als een onder velen patriarchen van de Oosterse kerken, niet als direct hoofd. Op deze manier worden de canonieke banden met de Wereldorthodoxie niet verbroken, maar de relatie met de ‘moederkerk’ is behoorlijk bekoeld.

Ten slotte uitten de Oekraïens-Orthodoxe bisschoppen hun bereidheid om opnieuw een dialoog aan te gaan met de andere Orthodoxe kerken – en wellicht tot een vereniging te komen. In de nabije toekomst zal deze vereniging nauwelijks gebeuren. De bisschoppen van de Oekraïens-Orthodoxe Kerk herhalen ook hun bezwaren, wat de canoniciteit ofwel legitimiteit van de andere kerk betreft, en insisteren erop, dat deze kwesties op de juiste manier ter sprake komen. Dat maakt een dialoog wel mogelijk, maar niet makkelijker.

Er werden wijzingen in de statuten aangekondigd, maar deze zijn nog niet gepubliceerd. De lijnen van de toekomstige koers zijn echter al duidelijk. Puur canoniek is er niet veel veranderd, maar de bestaande ruimte is zoveel mogelijk benut. Nadruk op de autonomie kan in ieder geval worden begrepen als een duidelijke stap in de richting van volledige autocefalie. Tegelijkertijd werd belangstelling vertoond om de relatie met andere kerken te verbeteren, vooral die met de andere Orthodoxe kerken in Oekraïne. Van Kirills en Moskous invloed in Oekraïne is op dit moment in feite niet meer veel over.

Openingsfoto door ©Yaroslav Dzundza Wikimedia Commons

Auteur

  • Alfons Brüning

    Hoofdredacteur 'Platform Oosters Christendom’ en directeur IvOC. Alfons is historicus en religiewetenschapper met speciale interesse in de oosters-christelijke kerkgeschiedenis. Hij richt zich met name op de sociale leer van het oosterse christendom en mensenrechten.

    Bekijk Berichten

Deze website maakt gebruik van cookies om inzicht te krijgen in websiteverkeer en gebruikers van de website.