In het boek worden negentig hedendaagse theologen besproken. Elke biografische schets is voorzien van korte fragmenten uit eigen werk. De hoofdstructuur van de bundel bestaat uit twee delen: theologie en confessionele identiteit en theologie thematisch. De theologie en confessionele identiteit is onderverdeeld volgens diverse stromingen binnen de monotheïstische godsdiensten. De theologie volgens thematische indeling richt zich op thema’s als interreligieuze dialoog, feminisme, Bijbelse hermeneutiek en pastorale zorg. De redacteurs hebben zich niet alleen op geijkte stromingen in de theologie gericht, maar ook op stromingen die een levendiger karakter kennen dan men in Nederland wellicht gewend is. Hierbij moet gedacht worden aan Black Theology, Aziatische theologie en Afrikaanse theologie. Door dit diverse pallet aan onderwerpen aan te snijden hopen de redacteurs dat Nederland zich weet te “bevrijden van zijn theologisch provincialisme”.
De inleiding van deze bundel vangt (terecht) aan met de vraag: “Wat zijn moderne theologen?” Men zou op basis van de titel namelijk kunnen veronderstellen dat het om een tegenstelling tot ‘ouderwets’ gaat of als duiding voor de ‘moderne tijd’. De nadruk ligt volgens de redacteurs op “theologen die in de laatste veertig jaar nog actief waren”. Voor de Oosters-Orthodoxe Kerken ligt de focus namelijk op de relatie tussen de Orthodoxie en de milieuspiritualiteit. Hoewel er aan vele verschillende theologen van de Anglicaanse Kerk, Rooms-Katholieke Kerk, Protestantse Kerken, Islam, en jodendom aandacht is besteed, zal ik me voor deze boekbespreking beperken tot hoofdstuk 4, de Oosters-Orthodoxe theologen.
Het hoofdstuk is in de volgende secties onderverdeeld: introductie, Patriarch Bartholomeus, Kallistos Ware, Shenouda III en Johannis Zizioulas. De introductie is geschreven door Michael Bakker, het stuk over Bartholomeus door Jan Jorrit Hasselaar en de andere drie delen door Marcel Poorthuis. In de introductie van Bakker passeren verschillende Instanties de revue. De nadruk wordt gelegd op het Sint-Ireneaus Orthodox Theologisch Instituut, dat eerder was verbonden aan de Vrije Universiteit van Amsterdam, maar nu is gevestigd aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Bakker legt daarmee een relatie tussen de oosters-orthodoxe instanties en de academische wereld.
Hasselaar richt zich bij Bartholomeus vooral op zijn rol aangaande het milieu. Hiervoor zijn enkele welbekende teksten van Bartholomeus geselecteerd, waarmee de lezer gelijk een goede indruk krijg van het werk van de ‘Groene Patriarch’. Enerzijds laat dit vooral een positieve visie op Bartholomeus zien, die aansluit bij kwesties die veelvuldig worden besproken in de nationale en internationale politiek. Hoewel vooral de positieve interreligieuze dialogen die Bartholomeus aangaat met de Rooms-Katholieke Kerk worden belicht, ligt er weinig nadruk op Bartholomeus’ rol aangaande de orthodoxe Kerken in Oekraïne. Dit was al een langlopende kwestie voor de Rusland-Oekraïne oorlog. Zowel Bartholomeus, als hoofd van het Oecumenisch Patriarchaat, als Kirill, als hoofd van de Russisch-Orthodoxe Kerk, hebben een aandeel gespeeld in het interreligieuze conflict van de kerken van Oekraïne.
Kallistos Ware is een bekend gezicht geworden van de orthodoxie in het westen. Poorthuis benoemt terecht de twee scholen, namelijk de Russische-renaissance-school en de neopatristische school, die bepalend zijn geweest voor de positie van Ware. Als theoloog poogde Ware een synthese te bewerkstelligen tussen beide benaderingen, rekening houdend met de westerse traditie. Moderne vraagstukken gaat Ware niet uit de weg, zoals zijn standpunt over de vrouw en het ambt. Ware ziet namelijk geen bezwaar voor het vrouwelijke priesterschap en vindt dat er in de orthodoxe kerk nog te weinig is nagedacht over deze kwestie. Poorthuis heeft een goed overzicht gegeven van het werkzame leven van Ware en diens oeuvre.
De 117de koptische paus van Alexandrië en patriarch van de zetel van Sint Markus, Shenouda III is vooral bekend in het westen door zijn interreligieuze dialogen met de Rooms-Katholieke Kerk. Poorthuis laat goed zien dat Shenouda III in de precaire situatie van de kopten in Egypte zowel een geestelijke als diplomatieke rol heeft vervuld. Als geestelijke is Shenouda III geïnspireerd door de traditie van de woestijnvaders en monniken, waardoor menig publicatie van Shenouda III over spirituele meditatie gaat. Als diplomaat heeft hij zich vooral gericht op de verhoudingen tussen Arabieren en christenen.
De Triniteit heeft de Grieks-orthodoxe bisschop en theoloog Johannis Zizioulas lange tijd in zijn greep gehouden. Poorthuis zet in zijn bijdrage de theologische reflectie van Zizioulas aangaande de Triniteit uiteen. Terecht merkt hij op dat voor Zizioulas: “de Triniteit tevens in verband [staat] met de relaties tot de buitentrinitaire werkelijkheid van de kosmos: schepping, openbaring en verlossing, waarbij evenwel Vader, Zoon en Geest bij elk van deze relaties zijn betrokken”. De keuze voor Zizioulas als een van de vier orthodoxe moderne theologen in dit handboek is opmerkelijk. Natuurlijk was Zizioulas een invloedrijk theoloog, maar ook zeer omstreden in de Oosters-Orthodoxe Kerken.
De lezer kan zich verheugen met deze interessante collectie aan invloedrijke theologen, waarbij de biografische schetsen helder zijn geformuleerd. Wel dient de lezer, mijns inziens, rekening te houden met de gemaakte selectie van de redacteuren. Gaat het om theologen die vooral vanuit een westers, al dan niet rooms-katholiek of protestants, perspectief invloedrijk zijn geweest? Het zou interessant zijn geweest om nader te kijken naar welke theologen als invloedrijk worden beschouwd vanuit de oosters- en oriëntaals-christelijke gemeenschap. Hoe zouden deze visies zich tot elkaar verhouden?
Marcel Poorthuis en Wilken Veen (red.), De Moderne theologen. Perspectieven op de 21ste eeuw. Amsterdam: Boom Uitgevers, 2022, pp. 798. ISBN 9789024430062. €49,90.
Openingsfoto door Leif Jørgensen CC BY-SA 4.0 DEED