Op 23 mei presenteerde het Museum Catharijneconvent het boek Wereldkerken in Nederland in de Nieuwe Kerk in Den Haag. Met 36 portretten van ‘migrantengemeenschappen’ toont het boek de grote variatie en rijkdom van het christendom in Nederland. De publicatie is tot stand gekomen in samenwerking met Samen Kerk in Nederland (SKIN), de belangenorganisatie van christelijke migrantengemeenschappen.
Sfeervol
Het is een indrukwekkend fotoboek geworden. Alle foto’s zijn gemaakt door Bram Petraeus, die voor deze serie is beloond met de derde prijs van de Zilveren Camera 2023. Terecht, want de sfeervolle en kleurrijke fotocollectie brengt de gemeenschappen met een open blik in beeld. De serie doet recht aan de grote variatie aan religieuze belevingen en wijzen van vieren. Soms verstild en ingetogen, soms uitbundig en extatisch; soms volgens eeuwenoude tradities, soms gebruik makend van de modernste technieken. Petraeus beantwoordde de gastvrijheid waarmee hij overal werd ontvangen met oprechte belangstelling en integere beelden, waardoor het voelt alsof je er zelf bij bent, zelf mee viert. De serie verschilt in dat opzicht met de promotie van het boek, dat zich richt op ‘de lezer die zich verwonderd afvraagt: Is dit bij mij om de hoek?’ – waarmee het publiek wordt aangesproken als toeschouwer op afstand.
Wereldkerken in Nederland was bedoeld als opvolger van de publicatie Kerkinterieurs in Nederland uit 2016. Daarin legde fotograaf Arjan Bronkhorst de meest belangwekkende interieurs van honderd kerkgebouwen vast, ingedeeld op chronologische volgorde: ‘Van romaans naar refodome.’ De uitgave kan – mede door het gewicht van bijna drie kilo – met recht een ‘monumentaal’ boek worden genoemd. Als vervolgpublicatie lag de focus voor Wereldkerken in Nederland gedeeltelijk al vast: het ging om de kerkinterieurs vanuit het perspectief op het materiële erfgoed. Deze keer is gekozen voor een indeling naar denominatie van het kerkgebouw.
Nijpend probleem
Uit de verhalen van de geportretteerde groepen is af te leiden dat deze indeling niet goed aansluit op de dagelijkse realiteit van de gemeenschappen, die regelmatig (moeten) verhuizen van het ene kerkgebouw naar het andere. Huisvesting is voor veel migrantengemeenschappen een nijpend probleem. Terwijl enerzijds vele kerkgebouwen worden gesloten voor de ‘autochtone’ eredienst, zijn anderzijds vele migrantengemeenschappen vruchteloos op zoek naar geschikte kerkruimte; zelfs als de gemeenschap genoeg geld heeft om een kerkgebouw te kopen en graag bereid is de ruimte te delen. Alleen al in Den Haag zijn zo’n dertig gemeenschappen zoekende. Sommige gemeenschappen vinden onderdak in een verlaten drukkerij op een industrieterrein (zoals de Redeemed Christian Church of God uit het boek) of een voormalig gezondheidscentrum midden in de woonwijk (de All Saints Catholic Church). Het voordeel is dat zulke panden vaak ruimte bieden voor de maatschappelijke activiteiten van de gemeenschappen, zoals taal- of computerles, kinderopvang of voedselhulp. Maar uitwijken naar een seculier pand is niet voor elke gemeenschap een optie.
Discussie rond de Schoonwater iconen
Gemeenschappen komen al verhuizend ook terecht in kerkgebouwen die niet van ‘hun’ denominatie zijn. En soms maken gemeenschappen van verschillende denominaties samen gebruik van één kerkgebouw. De Catharinakerk in Den Bosch bijvoorbeeld, ingedeeld in het hoofdstuk over katholieke kerken, biedt zowel ruimte aan twee katholieke gemeenschappen (Oekraïens Grieks-katholiek en Pools) als aan twee orthodoxe (Servisch en Armeens). De kapel aan de Dobbelmannweg in Nijmegen staat vanwege de huidige situatie te boek als orthodox. Maar eerder was de kapel in handen van een katholieke gemeenschap van de Byzantijnse ritus, die het verhuurde aan Griekse, Servische en Russische orthodoxe gemeenschappen én een protestantse. Vaak gebroederlijk naast elkaar, maar soms ook met onderlinge wrevel of onenigheid. In het boek komt Daniel Becker, priester van de Grieks-orthodoxe parochie aan het woord, die weinig opheeft met de iconen van de (katholieke) Henk en Katrien Schoonwater. Desgevraagd brengt hij zijn wensen voor een nieuwe inrichting van de kapel naar voren. Zo zou hij graag iconen toevoegen die meer in lijn zijn met de klassieke orthodoxe traditie en geeft hij de voorkeur aan een halfopen iconostase, zodat mensen meer gevoel van verbinding met het heilige kunnen ervaren. Het zou interessant zijn te lezen of de Russisch-orthodoxe gemeenschap, die ook in deze kapel viert – en die de Schoonwater-iconen overigens wél accepteert – dezelfde wensen voor ogen heeft, en of eventuele gezamenlijke wensen gerealiseerd kunnen worden.
Instandhouding van het erfgoed
interieur van de kerkruimte aan te passen aan hun wensen. Ook wanneer het gebouw in eigendom is, zijn veranderingen niet altijd mogelijk. De Chaldeeuwse Kerk heeft aan de Rafael-Exoduskerk in Hengelo na aankoop nauwelijks iets veranderd. De status van het kerkgebouw als rijksmonument legt beperkingen op. Bovendien is voor deze kerk de liturgische taal en de zang belangrijker dan de materiële inrichting.
De samenstellers van het boek wijzen er in de inleiding op dat het boek een momentopname is: ‘Sommige van de afgebeelde interieurs zijn inmiddels alweer verdwenen, bijvoorbeeld vanwege een verhuizing.’ (…) ‘Die mobiliteit is een kenmerkend onderdeel van het verhaal van deze kerken,’ stellen zij daarom. Het roept wel de vraag op of het inderdaad een kenmerk is van de gemeenschappen zelf, of het gevolg van de vele kerksluitingen in Nederland. Meer aandacht voor het gebrek aan huisvesting is een van de doelen van de publicatie. ‘Hopelijk stimuleren we dat kerken die een kerkgebouw moeten afstoten en kerken die op zoek zijn, elkaar beter weten te vinden. Want een blijvend gebruik van religieus erfgoed creëert niet alleen meer zekerheid voor jonge, groeiende kerkgemeenschappen, het is ook dé voorwaarde voor de instandhouding van het erfgoed,’ aldus het Museum en SKIN in hun gezamenlijke voorwoord.
Doorgeven van de traditie
Op de boekpresentatie haakt Mor Polycarpus van de Syrisch-orthodoxe gemeenschap, die het boek namens de oosters-christenen in ontvangst nam, hierop in. ‘Erfgoed is de tastbare verbinding met verleden en met de wortels van het geloof, en wordt tegelijkertijd gebruikt om de traditie aan nieuwe generaties te geven en hen te inspireren. De oosterse en oriëntaalse kerken staan bekend om hun rijke en uitbundige interieurs en objecten, zoals de iconen. Het zijn echter niet alleen mooie objecten, maar ze hebben bovenal een belangrijke spirituele en religieuze betekenis. Het doorgeven van de traditie aan nieuwe generaties zien we niet als iets statisch, maar als dynamisch. Waarbij verschillende kerkelijke tradities elkaar aanvullen.’
Wie verdieping zoekt, kan in het boek terecht bij de algemene inleiding op ‘Internationaal christendom in Nederland’ van Fred van Lieburg, hoogleraar religiegeschiedenis, en bij de inleidingen per denominatie. De inleidingen op de oriëntaals-orthodoxe kerken en op de oosters-orthodoxe kerken, die per definitie onder de migrantenkerken zijn geschaard, zijn respectievelijk geschreven door Heleen Murre-van den Berg en Alfons Brüning. De algemene lijst voor ‘Verder lezen’ is erg beperkt. Het is waar dat er weinig overkoepelende studies zijn verschenen over christelijke migranten in Nederland – landelijk en naar denominatie – maar er zijn verschillende instellingen die deskundigheid in huis hebben en die belangstellenden verder zouden kunnen helpen.
Al met al biedt het salontafelboek ruim 200 pagina’s bladerplezier, met visitekaartjes van 36 liturgische plekken verspreid over heel Nederland. Het is een broodnodige aanvulling op het overheersende beeld in de media, waarin de nadruk ligt op vergrijzing en secularisering. Wereldkerken biedt ons een inkijkje in het bloeiend en bruisend christendom in Nederland. Tegelijkertijd biedt het tegenwicht aan een andere, algemeen gangbare opvatting, namelijk dat migranten die naar ons land komen vooral de islam meenemen. Goede landelijke cijfers zijn niet beschikbaar – want: wat meet je precies, en hoe? – maar volgens grove schattingen zijn er bij benadering evenveel christelijke als islamitische migranten in ons land.
Wereldkerken in Nederland. Uitgeverij nai101, € 49,95. Hardcover.
- Tot slot
- De getoonde afbeeldingen zijn afkomstig uit het boek.
- De auteur van dit artikel was betrokken bij de ‘wetenschappelijke adviesgroep’ voor het boek.
Auteur
-
Themaleider Internationale Diversiteit bij het Katholiek Documentatie Centrum (KDC), aan de Radboud Universiteit Nijmegen/ Redacteur Platform Oosters Christendom
View all posts