Heilige ruimten in transitie

Iconostase, erfgoed en aanpassing in orthodoxe kerken in Nederland

Op het Platform Oosters Christendom verschijnt de komende tijd een drietal artikelen over de dynamische en veranderende rol van het oosters- en oriëntaals-orthodoxe christendom in Nederland. Oosterse geloofsgemeenschappen, waarvan sommige zich hier reeds lang hebben gevestigd en anderen er nog maar net zijn, weerspiegelen de bredere migratiepatronen en de invloed daarvan op het religieuze landschap in ons land. In opdracht van Museum Catharijneconvent onderzocht Matija Miličić verschillende van deze gemeenschappen en hun religieuze leven in Nederland. Hij keek daarbij met name naar de kerkinterieurs en de manieren waarop materieel erfgoed wordt bewaard en aangepast binnen deze kerken, met speciale aandacht voor de iconostase.

Middels dit onderzoeksproject wil het Museum Catharijneconvent laten zien hoe deze gemeenschappen hun erfgoed behouden, terwijl ze hun religieuze praktijken aanpassen en reageren op de uitdagingen van migratie en de veranderende behoeften van hun congregaties. In dit eerste deel gaan we in op de innovatieve manieren waarop deze gemeenschappen zich aanpassen aan hun nieuwe omgeving (aanpassing en vindingrijkheid). Het tweede deel zal gaan over het behoud van culturele en religieuze identiteit: hoe streven deze gemeenschappen ernaar om hun erfgoed te behouden en wat is de rol van traditionele religieuze objecten en iconografie? En tot slot wordt belicht hoe de gemeenschappen erbij horen in de lokale context: hoe werkt het  in de praktijk om zowel  de eigen religieuze identiteit te behouden en tegelijkertijd banden aan te gaan binnen de Nederlandse samenleving?

Voor het onderzoek zijn twaalf orthodoxe parochies in Nederland bezocht. Om een representatief beeld te krijgen zijn ze geselecteerd op een diversiteit aan tradities. Het gaat om de Grieks-orthodoxe Sint-Nicolaaskathedraal in Rotterdam, de orthodoxe Sint-Nicolaas van Myra-parochie van het Oecumenisch Patriarchaat in Amsterdam, de Roemeens-orthodoxe Sint-Gregorius de Theoloogkerk in Schiedam, de (Russisch-)orthodoxe Sint-Cornelius de Honderdman-parochie in Amersfoort, het Syrisch-orthodoxe klooster St. Ephrem de Syriër in Glane, de Syrisch-Orthodoxe Kerk van Maria Moeder Gods in Hengelo, de koptisch-orthodoxe kerken van Maria en St. Verena in Bussum en van Petrus en Paulus in Beverwijk, de Ethiopische Tewahedo orthodoxe kerk van St. Mary in Amersfoort, de Macedonisch-orthodoxe kerk van St. Stefan in Nieuwegein, de Servisch-orthodoxe kerk van de Heilige Drie-eenheid in Rotterdam en het Georgisch-orthodoxe klooster Elia II in Dinteloord.

Oosterse christenen in Nederland

Het is niet eenvoudig om zicht te krijgen op het precieze aantal oosters en oriëntaals-orthodoxe gelovigen in Nederland. Sommige bronnen hebben het over ’mensen met een orthodoxe achtergrond’, terwijl de beschikbare cijfers meestal wijzen op het gecombineerde aantal (geregistreerde) leden van alle orthodoxe parochies in het land. Volgens het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap waren er in 2014 ongeveer 190.000 orthodoxe gelovigen; in 2021 lag dat aantal rond de 250.000. Naast migranten uit de landen met een oosters-orthodoxe herkomst, is er een trend gaande dat een toenemend aantal ‘autochtone’ Nederlanders zich bekeert tot het oosters-christendom.

Oosters-orthodoxe kerken in Nederland zijn georganiseerd onder het orgaan de Orthodoxe Kerk in Nederland (OKIN), terwijl de oriëntaals-orthodoxe tak is georganiseerd onder het Samenwerkingsverband van Oriëntaals-orthodoxe kerken in Nederland (SOKIN). De twee groepen werken nauw samen op verschillende gebieden en staan officieel geregistreerd onder het bestuursorgaan De Orthodoxe Zendende Instantie (OZI).

Iconostase

De iconostase markeert de scheiding tussen het schip en het heiligdom op een manier die zowel functioneel als diep symbolisch is. Aanvankelijk was de iconostase een lage barrière (templon), die de heilige ruimte van het altaar afbakende, waarbij het altaar nog wel zichtbaar was voor de congregatie. Deze opzet was geïnspireerd op de Tempel in Jeruzalem, waar het ‘heilige der heiligen’ gescheiden was door een gordijn en alleen toegankelijk was voor de hogepriester. Naarmate de liturgische behoeften en de architectonische stijlen zich ontwikkelden, met name tijdens het late Byzantijnse tijdperk (van de dertiende tot de vijftiende eeuw), veranderde de iconostase in een verder uitgewerkte structuur die werd voorzien van heilige afbeeldingen en die uiteindelijk het altaar aan het zicht van de kerkgangers onttrok.

Gedurende de negentiende en twintigste eeuw ontwikkelde de iconostase zich niet alleen tot een fysieke barrière, maar ook tot een brandpunt van artistieke en theologische expressie, met werken van iconografen die met hun kunst actief bijdroegen aan de kerkelijke tradities. Deze muur van iconen is zorgvuldig gerangschikt en geeft een hiërarchische volgorde weer van heilige figuren en verhalen die als leidraad dienen voor het gebed en de contemplatie van de geloofsgemeenschap.

houten iconostase in de Sint-Cornelius de Honderdman-parochie in Amersfoort

Binnen de orthodoxie bestaan verschillende verschijningsvormen. Syrisch-orthodoxe kerken gebruiken bijvoorbeeld gordijnen in plaats van een houten scherm en ook Armeense kerken hebben een voorhangsel voor het heiligdom. Er zijn dus verschillende benaderingen zijn om het heilige van het profane te scheiden. Deze ontwikkeling van de iconostase onderstreept de tweeledige rol ervan in de orthodoxe eredienst: een visuele en symbolische scheiding van het heilige en het wereldse. Tegelijkertijd dient de iconostase als een gemeenschappelijk oriëntatiepunt voor gelovigen om zich, middels de getoonde iconen, op het heilige te kunnen richten. Deze balans van scheiding en uitnodiging weerspiegelt de dynamische wisselwerking tussen traditie en de veranderende behoeften van de orthodoxe gemeenschap.

Aanpassing en vindingrijkheid

Het inrichten van religieuze ruimten is voor religieuze gemeenschappen die voornamelijk uit migranten bestaan vaak een behoorlijke uitdaging. Het gaat dan om aanpassingen aan gebedsruimten en hun interieurs, naast de overdracht en het behoud van religieus erfgoed. Migratie brengt noodzakelijkerwijs het herscheppen van heilige ruimten met zich mee. Alleen op die manier is de voortzetting van religieuze praktijken mogelijk en dat is cruciaal voor het behoud van de gemeenschappelijke identiteit. Deze ruimtes dienen als een fysiek en spiritueel thuis dat de aanwezigheid van de gemeenschap in een nieuwe omgeving verankert.

Kerkgebouw van de (Russisch-)orthodoxe Sint-Cornelius de Honderdman-parochie in Amersfoort

In eerste instantie staan kerkelijke leiders en de leden van de eerste generatie voor de uitdaging om geschikte plaatsen voor de eredienst te vinden, vaak locaties die oorspronkelijk niet voor dergelijke doeleinden waren bedoeld. Deze plekken moeten worden omgevormd tot ‘orthodoxe ruimten’ om zo de liturgische tradities en het erfgoed van de specifieke kerken te kunnen huisvesten. Dit gaat verder dan alleen fysieke transformatie: het betreft de integratie van traditioneel religieus erfgoed waarbij het behoud ervan gepaard gaat met noodzakelijke innovatie. Vooral in de vroege stadia zien de ontluikende gemeenschappen met beperkte middelen zich genoodzaakt om te balanceren tussen ‘authenticiteit’ en noodzakelijke veranderingen binnen hun nieuwe culturele en sociale omgeving. In hun pogingen om eigen kerken te stichten, moeten kerkleiders en leden van de gemeenschap ook onderhandelen over de mate waarin zij elementen van de kerkelijke tradities uit hun thuisland kunnen en willen behouden, een enorme uitdaging voor deze multi-etnische gemeenten. Het vinden van een delicate balans helpt hen niet alleen om hun religieuze en culturele identiteit te behouden, maar bevordert ook een gevoel van saamhorigheid en veerkracht en het zorgt ervoor dat hun spirituele praktijken levendig en relevant blijven in hun geadopteerde thuis.

Creëren van orthodoxe ruimtes

De Orthodoxe Parochie Amersfoort, opgericht in 1981 en ressorterend onder het Russisch-orthodoxe patriarchaat van Moskou, is gehuisvest in een gebouw dat oorspronkelijk bedoeld was als rooms-katholieke kerk en die nu bekend staat als de kerk van Sint-Cornelius de Honderdman. Illustratief voor deze parochie zijn de inspanningen om ruimte en architectuur aan te passen aan de eredienst. Belangrijke architectonische wijzigingen zijn onder andere het versmallen van het schip en er bestaan plannen om de ramen te verkleinen. Dat weerspiegelt de orthodoxe esthetiek waarbij het licht van binnenuit komt – door God, mensen en geloof – in plaats van uit externe bronnen. Bij het aanpassen van de kerk om de oosters-orthodoxe tradities zo authentiek mogelijk weer te geven, legt de parochie ook de nadruk op het gebruik van materialen en voorwerpen die binnen de financiële beperkingen kunnen worden aangeschaft. Sommige voorwerpen, zoals lampen of lijsten voor iconen, zijn bijvoorbeeld gemaakt van zilver in plaats van het duurdere goud en sommige kandelaars zijn, zeer creatief, gemaakt van metalen pijpen.

De iconostase van de parochie die zich in het schip van de kerk bevindt, een centraal element van 15 meter breed en 2 meter hoog, is in verschillende perioden gemaakt van diverse houtsoorten. De iconen zijn voornamelijk afkomstig uit de Byzantijnse traditie en komen uit uiteenlopende regio’s als Griekenland, Georgië, Roemenië en zelfs Nederland. Deze verscheidenheid benadrukt de universele benadering van wat wordt verstaan onder ‘orthodoxe esthetiek’, maar toont daarnaast ook de financiële draagkracht van de parochianen en hun diversiteit; een afspiegeling van de etnisch diverse geloofsgemeenschap die voornamelijk bestaat uit oost- en zuidoost-Europese migranten en hun nakomelingen, evenals een aanzienlijk aantal Nederlandse bekeerlingen.

Met de liturgische gebruiken die voornamelijk in de Nederlandse taal worden uitgevoerd en met het vermijden van specifieke nationale of volksstijlen, komt men tegemoet aan de etnisch diverse gemeenschap. Deze benadering bevordert een sterke band met de bredere Nederlandse samenleving, terwijl de liturgische tradities en gebruiken van het oosterse christendom behouden blijven. Voortdurende wijzigingen in de structuur van het gebouw onderstrepen het dynamische proces van aanpassing, waardoor de parochie een levendig en relevant spiritueel thuis blijft voor haar leden.

Kerkgebouw huren

Veel oosterse gemeenschappen in de diaspora, vooral de nieuwere of kleinere, kampen met het probleem dat ze geen eigen kerkgebouw hebben. Vaak huren ze ruimtes die niet ontworpen zijn voor orthodoxe erediensten, en dat dwingt de gemeenschappen om zich voortdurend aan te passen aan hun tijdelijke omgeving. De Ethiopische Tewahedo Orthodoxe gemeenschap in Amersfoort, een van de vier Ethiopisch-orthodoxe kerken in Nederland, is een goed voorbeeld van deze dynamiek.

De parochie is gewijd aan de heilige Maria en viert dit jaar haar tiende verjaardag. De gemeente komt samen in een gehuurde protestantse kerk. Centraal in hun aanpassing staat een draagbare iconostase, gemaakt van Nederlands hout en textiel. De iconostase is 2,5 meter hoog en 10 meter breed en bevat een centraal houten deel dat wordt omlijst door witte gordijnen, die de zuiverheid en de hemel symboliseren, typerend voor de Ethiopische Tewahedo-traditie. De iconostase is voorzien van levendige iconen van de Heilige Drie-eenheid en Theotokos, geschilderd in traditionele Ethiopische kleuren die de gehuurde ruimte transformeren tijdens de eredienst.

Een diaken van de gemeenschap zegt hierover: ‘Het is niet perfect, maar we zorgen dat het werkt. Telkens als we de iconostase en onze iconen opstellen, is het alsof we een stukje Ethiopië binnenbrengen.’ Daarnaast zijn er aanpassingen in de liturgische gebruiken, zoals cirkelvormige processies die binnen worden uitgevoerd en die de traditionele buitenceremonies weerspiegelen. De Ethiopisch-orthodoxe kerk in Pernis, vlakbij Rotterdam, die  wel volledig eigendom is van de gemeenschap, wordt daarentegen vaak ‘echter’ of ‘traditioneler Ethiopisch’ genoemd door de leden van de parochie in Amersfoort. Dit onderscheid benadrukt de doorgaande discussie binnen de gemeenschap over wat ‘traditionele’ of ‘authentieke’ uitingen van hun geloof zijn. Ondanks de tijdelijke aard van hun gebedsruimte, vindt de gemeenschap in Amersfoort continuïteit en identiteit in de liturgie die wordt gevierd in het Amhaars en het Ge’ez (de klassieke liturgische taal in de Ethiopische en Eritrese orthodoxe tradities), in de verering van heiligen door middel van tijdelijke iconen, in het gebruik van traditionele kleding en in de herkenbare liturgische kleuren.

Draagbare banieren

Ook de Macedonisch Orthodoxe Parochie St. Stefan in Nieuwegein staat voor de uitdaging om een gebedsruimte te creëren in een gehuurde protestantse kerk. Deze parochie, die in 1999 werd opgericht en begin 2024 vanuit Utrecht naar Nieuwegein verhuisde, behoort tot de autocefale Macedonisch-Orthodoxe Kerk met de moederkerk in Skopje. Het is de enige Macedonisch-orthodoxe gemeenschap in Nederland en deze bestaat voornamelijk uit gelovigen uit Noord-Macedonië en een klein aantal mensen uit Servië en Bosnië en Herzegovina.

Vanwege huurbeperkingen kan de parochie niets wijzigen aan het interieur van de kerk, wat gevolgen heeft voor de traditionele esthetische en functionele opzet van de gebedsruimte. Priester Zaharije, die de parochie leidt, wijst erop dat het vlakke en architectonisch eenvoudige schip dat ze gebruiken niet de typische kenmerken heeft van een Macedonische-orthodoxe kerk met haar traditioneel versierde voorstellingen en de specifieke architectonische stijl die bevorderlijk is voor ‘orthodoxe’ rituelen. Maar de parochie is bepaald innovatief in hoe ze met deze uitdagingen omgaat. Opvallend is het gebruik van draagbare banieren die dienen als een geïmproviseerde iconostase tijdens de diensten. Deze banners, ontworpen en geprint in Macedonië, roepen met digitaal artwork de impressie van een houten iconostase op. Ze tonen traditionele iconen zoals St. Stefanus (de eerste martelaar in het christendom), de patroonheilige van de parochie. Verder bevat deze tijdelijke iconostase afbeeldingen van Theotokos met de pasgeboren Jezus en een afbeelding van Christus zelf. Ze zijn in overeenstemming met de oosters-orthodoxe traditie aan de zijkanten van het altaar geplaatst, en tonen beroemde 13e-eeuwse iconen uit Ohrid. Ondanks hun vergankelijkheid spelen deze banieren een cruciale rol bij het in stand houden van de liturgische gebruiken en de culturele verbeelding van de Nederlandse Macedonisch-orthodoxe gemeenschap binnen de grenzen van hun huidige omgeving.

De priester wil in de toekomst een meer permanente gebedsruimte inrichten met een traditionele houten iconostase; dit weerspiegelt het verlangen van de gemeenschap om diepere culturele en spirituele banden in Nederland aan te gaan. Deze aanpak staat voor het bredere verhaal van migrerende orthodoxe gemeenschappen over de hele wereld, die zich aanpassen aan de omstandigheden maar wel met behoud van essentiële religieuze praktijken en erfgoed.

Banners met iconen van St. Stefan (patroonheilige van de parochie) en Theotokos

Evoluerende behoeften

In Hengelo is sinds 1993 de Syrisch-Orthodoxe Kerk van St. Maria gevestigd, een van de grootste Syrische gemeenschappen in Nederland, met zo’n 770 gezinnen. De parochiekerk, die volledig eigendom is van de gemeenschap, toont de veranderende behoeften en aanpassingsstrategieën die nodig zijn om het liturgische en culturele erfgoed te behouden.

De iconostase van deze kerk, die in 2002 door Mourad Hanna is vervaardigd van donkerrode gordijnen met goudborduursel, belichaamt een terugkeer naar oude christelijke tradities en weerspiegelt de oudtestamentische gewoonte om stoffen te gebruiken in plaats van strakke structuren. Met deze praktijk onderscheidt de Syrisch-orthodoxe traditie zich van de meeste andere en dit biedt een grotere liturgische flexibiliteit; er zijn meer artistieke keuzemogelijkheden en men kan zo beter inspelen op de behoeften van de congregatie. Het grootste gordijn verbeeldt levendig de kruisiging, omringd door twaalf apostelen en de opstanding daarboven, terwijl de zijgordijnen de Theotokos en Jezus de Herder tonen, elk geflankeerd door evangelische symbolen.

‘Behoeften en prioriteiten veranderen in de loop van de tijd,’ zo bevestigde de priester waarbij hij aangaf dat de verlangens van de geloofsgemeenschap in de jaren tachtig en negentig bepaald bescheiden waren, zeker in vergelijking met het verlangen naar meer ruimte en materialen van betere kwaliteit. Het interieur van de kerk toont een mix van lokale en internationale elementen: hout en marmer uit Nederland, een Bijbel uit Griekenland en een deurdecoratie uit een Syrische kerk in India. De priester sprak zijn verlangen uit naar authentieke materialen zoals steen uit Tur Abdin, een historische Syrisch-orthodoxe regio in Zuidoost-Turkije, en benadrukte tegelijk de logistieke uitdagingen en de afhankelijkheid van hulpbronnen die deze keuzes bepalen.

De jongeren van de parochie hebben daarbij behoorlijk wat invloed op de zoektocht naar religieuze uitingen. Dit heeft geleid tot plannen om een ‘neo-Syrische stijl’ van iconografie te adopteren (vergelijkbaar met de ‘neo-Koptische’ iconografische stijl, die in het volgende deel van dit drieluik zal worden genoemd), met als doel het versterken van traditionele motieven met hedendaagse artistieke technieken (bijvoorbeeld door gebruik te maken van moderne ontwerptools en moderne iconografische stijlen) die beter aansluiten bij de jongere generatie.

Deze benadering respecteert niet alleen het traditionele liturgische kader, maar integreert ook hedendaagse behoeften. Op die manier wordt er een balans gevonden tussen het behoud van religieus en cultureel erfgoed en de dynamische vereisten van een diverse en zich ontwikkelende gemeenschap. De Syrisch-Orthodoxe Kerk in Hengelo dient dus als een levendig voorbeeld van hoe religieuze gemeenschappen omgaan met de complexiteit van de diaspora en hoe ze ervoor zorgen dat hun spirituele praktijken relevant en betekenisvol blijven in hun nieuwe omgeving en voor jongere generaties.

Centraal gordijn met illustratie uit de kruisiging

Openingsfoto: iconostase van de Ethiopische parochie in Amersfoort. Fotografie: Matija Miličić

Verder lezen

  • Vitto, Fanny. ‘The Origin of the Iconostasis in Early Christian Churches in the Holy Land.’ In Actual Problems of Theory and History of Art: Collection of articles. Vol. 7, edited by S. V. Mal’tseva, E. Iu. Staniukovich-Denisova, A. V. Zakharova. St. Petersburg University Press, 2017.
  • Stéphane René, ‘The Iconostasis in the Coptic Orthodox Church,’ British Association of Iconographers.
  • Dickran Kouymjian. ‘Armenian altar curtains: Repository of tradition and artistic innovation.’ In The Hidden Life of Textiles in the Medieval and Early Modern Mediterranean: Contexts and Cross-Cultural Encounters in the Islamic, Latinate and Eastern Christian Worlds, edited by Nikolaos Vryzidis. Brepols Publishers, 2020.
  • Christopher Walter, ‘A New Look at the Byzantine Sanctuary Barrier,’ Revue des études byzantines, no. 51 (1993), 203-228.
  • A.W. Epstein, ‘The Middle Byzantine Sanctuary Barrier: Templon or Iconostasis?,’ Journal of the British Archaeological Association, 134 (1981), 1–28.
  • Andrew Gould, ‘Iconostases in Balkan Churches – Part 1: Serbia,‘ Orthodox Arts Journal, August 7, 2023.

Auteur

  • docent Arabisch aan UvA Talen in Amsterdam. Hij promoveert aan de Radboud Universiteit op koptisch-orthodoxe gemeenschappen in Europa. Zijn interdisciplinaire onderzoek verkent de raakvlakken van religie, migratie, identiteit en tekstuele praktijken.

    Bekijk Berichten

Deze website maakt gebruik van cookies om inzicht te krijgen in websiteverkeer en gebruikers van de website.