Op 21 oktober j.l. gaf de Russich-orthodoxe priester en hoogleraar Orthodoxe Theologie aan de Radboud Universiteit, John Behr, een lezing met de titel The Great Mystery: We Shall All Be Changed. Hij leerde zijn toehoorders op een andere manier de Bijbel te lezen. Platform redacteur Josephien van Kessel was erbij.
De lezing vond plaats in de koptisch-orthodoxe kathedraal van de Heilige Maagd Maria in Amsterdam-Noord, of beter gezegd in de kapel er tegenover. Voor de lezing verzamelden zich zo’n dertig belangstellenden, grotendeels studenten van het St. Irenaeus theologisch instituut dat sinds een jaar aan de faculteit Filosofie, Theologie en Religiestudies van de Radboud Universiteit is gevestigd, maar er waren ook vertegenwoordigers van de Russisch-orthodoxe parochie St. Nicolaas in Amsterdam, een enkeling uit Groningen die de lezingen van John Behr graag bijwoont. Ook was er een flinke groep uit evangelische- en pinksterkerken. Voor aanvang vroeg ik de priester waarom de lezing in de koptisch-orthodoxe kerk plaatsvond. Hij vertelde me dat dat dit niet alleen een mooie centrale locatie in Nederland is, maar dat het koptische bisdom ook medeoprichter is van het St. Irenaeus theologisch instituut. Alle aanwezigen kregen een hand-out en de Agpeya, een gebedenboekje uit de koptisch-orthodoxe traditie. Vervolgens begon Behr met zijn lezing en hij deed dit in zo’n straf tempo in het Engels, dat het maar goed is dat de video van zijn lezing op de website van St. Irenaeus te volgen is. Voor diegenen die terugschrikken voor het Engels, probeer ik in dit artikel de inhoud zo goed mogelijk samen te vatten.
Anders leren denken
John Behr begon zijn eigen theologische ontwikkeling als leerling van de beroemde Engelse bisschop en moderne orthodoxe theoloog Kallistos Ware (1934-2022) bij wie hij in de negentiger jaren promoveerde op de oosterse kerkvader, St. Irenaeus van Lyon. Vanaf die periode bestudeerde hij ook veel theologische geschriften uit het vroege christendom, met name uit de 2e en de 5e eeuw, en de laatste tijd richt hij zich met name op geschriften uit de 4e eeuw. Nu pas begint hij te begrijpen wat hij aan het lezen is, zei hij. Om daadwerkelijk te kunnen begrijpen moet je anders leren denken, is zijn overtuiging. En in zijn lezing probeert hij ons deel te maken van deze andere manier van lezen.
Een van de citaten in de hand-out komt uit Paulus (1 Korinthiers 15) – 51. ‘Ik zal u een geheim onthullen: wij zullen niet allemaal eerst sterven – toch zullen wij allemaal veranderd worden, in een ondeelbaar ogenblik, in een oogwenk, wanneer de bazuin het einde inluidt. Wanneer de bazuin weerklinkt, zullen de doden worden opgewekt met een onvergankelijk lichaam en zullen ook wij veranderen.’
Kijken vanuit het einde
In de bekering van Paulus wordt duidelijk dat het Nieuwe Testament een nieuwe lezing van het Oude Testament betekent, het is een soort synopsis of samenvatting van het Oude Testament, en dat is omdat men er anders naar kijkt, ‘de sluier is opgetild’ (Romeinen 16:25-26): ‘Aan hem die bij machte is u kracht te geven, overeenkomstig het evangelie van Jezus Christus dat ik verkondig, overeenkomstig de onthulling van het geheim waarover eeuwenlang gezwegen is, (26) maar dat nu is geopenbaard en op bevel van de eeuwige God door de geschriften van de profeten bij alle volken bekend is geworden om ze tot gehoorzaamheid en geloof te brengen…’
De apostelen gaan terug naar het Oude Testament om te begrijpen wat hen is overkomen: de dood en herrijzenis van Jezus. Hun evangeliën geven de manier weer waarop ze dit begrijpen; door het prisma van het Oude Testament. Daarom voegt het Nieuwe Testament niets nieuws toe, maar onthult die ene over wie altijd al gesproken is.
In die zin is het kruis niet het midden van de geschiedenis, maar het einde. Vergelijk het met de dood van de mens, die ook het definitieve einde betekent. We moeten de Bijbel dus lezen vanuit het gezichtspunt van het einde. Dit wordt het duidelijkst in het verhaal van Jozef en zijn broers in Genesis 45: 5,8: ‘Maar wees niet bang en maak jezelf geen verwijten dat jullie mij verkocht hebben en dat ik hier ben terechtgekomen, want God heeft mij voor jullie uit gestuurd om jullie leven te redden. (8) Niet jullie hebben mij dus hierheen gestuurd maar God; door hem ben ik de belangrijkste raadsman van de farao geworden, de bestuurder van zijn hele hof en heerser over heel Egypte.’
Dus de broers hebben Jozef naar Egypte gestuurd uit jaloezie, dat betekent dat zij schuldig zijn, maar tegelijk en als je vanuit het einde kijkt, heeft God Jozef gestuurd om hun aller leven te redden.Ook in Handelingen 2:23 komt dit motief terug: ‘Deze Jezus, die overeenkomstig Gods bedoeling en voorkennis is uitgeleverd, hebt u door heidenen laten kruisigen en doden.’ Zowel God als de rechteloze mannen doodden Jezus, maar dit gebeurt niet op hetzelfde niveau: er is een hoger theologisch niveau boven het alledaagse niveau en op dat hogere theologische niveau is de kruisiging is een vrijwillige handeling uit liefde.
‘Laat ons maken’
Deze niveaus, het begin en het einde en het boven en onder, zijn de vier dingen die verboden zijn in de Misjna (Chagigah 2.1) en dus in het jodendom, maar juist essentieel in de verkondiging van de Bijbel in het christendom. In Korintiërs 15:36, 45-52 wordt over twee bewegingen of ontwikkelingen gesproken: van de Aarde naar de Hemel (van beneden naar boven), en van Adam naar Jezus ( van links naar rechts). Dit is het mysterie van de transformatie. Diezelfde beweging maken wij ook allemaal door, en zo worden wij allen het beeld en de gelijkenis van de niet-geschapen God (St. Irenaeus van Lyons, Tegen de Ketterijen, 5.1.3), in zeven stadia, want alleen het ongeschapene is perfect, en dat is God. Maar voor de mens was het eerst noodzakelijk dat hij (1) geschapen werd, (2) vervolgens om te groeien, (3) om volwassen te worden, (4), om zich te vermenigvuldigen, (5) om sterk te worden, (6) om dood te gaan (glorification) en (7) om zijn Meester te zien. Deze zeven stadia zijn universeel. Volgens Behr zijn die bijvoorbeeld ook in de werken van Shakespeare te vinden. In dezelfde passage van Irenaeus van Lyons, is ook Adam pas aan het einde het beeld en de gelijkenis van God geworden, en niet in het begin, waar hij een kind en dus net geschapen is (stadium 1).
Ook Genesis maakt duidelijk dat de schepping een project is – ‘Laat ons maken’ …, en dat dit project pas voltooid wordt met Jezus aan het kruis. In de Bijbel wordt dit verschil uitgedrukt door de woorden genesis – ontstaan – in bestaan komen en gennesis – geboorte. Alleen als je vrijwillig je sterfelijkheid omhelst, word je daadwerkelijk geboren en word je levend. De beweging van de aarde naar de hemel geeft de reikwijdte van ons bestaan aan: de oorzaak van ons bestaan zijn onze ouders. Maar God roept ons tot het leven, om de beweging van Adam naar Christus te maken. Dat is wat de doop betekent, dat je vrijwillig je einde aanvaardt. Ook de eucharistie is teken van ditzelfde – het delen van de kelk is het delen van de kruisiging en het sterven. Christenen anticiperen met de eucharistie op het einde dat voor iedereen zal komen.
Tijd en de ziel
Volgens John Behr laat Gregorius van Nyssa zich door Plato’s werk Timaeus inspireren in zijn boek Over het menselijke beeld van God (waarvan Behr een editie plus vertaling heeft gepubliceerd bij Oxford University Press). Hierin schetst hij de gehele mensheid als het beeld van God. De vermenigvuldiging door de seksuele vereniging van man en vrouw is niet voor hun wederzijdse plezier bedoeld, maar om deze gehele mensheid als het lichaam van Christus te vormen. Tijd is voor Gregorius van Nyssa alleen maar een maat van groeien, en geeft geen ruimtelijke beweging aan van a naar b zoals het alledaagse begrip van tijd dat wij sinds Newton kennen. Tijd is dus het leven van de ziel en de groei van de ziel, zoals ook Plotinus zegt in zijn Enneaden (3.7.11,14). In die zin sluit de moderne natuurkunde veel meer aan bij dit tijdsbegrip van de kerkvader. Zo zegt de hedendaagse fysicus en natuurwetenschapper, Carlo Rovelli, in The Order of Time (24-5) dat hitte niet van een koud lichaam naar een warm lichaam over kan gaan en dat dit de enige basiswet van de fysica is die het verleden onderscheidt van de toekomst: als er dus een verschil is tussen verleden en toekomst, dan is daarbij hitte betrokken. We kunnen daarbij denken aan de beeldspraak dat God in het brandend braambos zit, dat ons hart brandt en dat duivel altijd als koud wordt verbeeld.
Wat is die uiteindelijke transformatie dan? We kunnen alle ellende van de wereld zien als barensweeën en de hele schepping als een grote baarmoeder waarin we nog steeds aan het groeien zijn, zoals ook in Romeinen 8:18-23 staat. En volgens Gregorius van Nyssa in Over wie in slaap zijn gevallen zijn het juist de geboorteweeën van de dood die als een vroedvrouw assisteren om de mens geboren te laten worden in een ander leven. De dood is innig verbonden met het leven en zoals Paulus zegt: ‘We gaan dagelijks dood’ (1 Kor. 15:31). Pas als we uit de baarmoeder van de materiële wereld zijn kunnen we het Woord van God duidelijk zien, zegt ook Maximus de Belijder in Ambiguum 6. In die zin, besluit John Behr, in overeenstemming met Dostojevski in de appendix bij zijn Demonen, is de mens een voorbijgaand wezen en is ons bestaan op aarde een proces, zoals het ononderbroken bestaan van een rups die verandert in een vlinder.
Na deze indrukwekkende lezing werden er nog veel diepzinnige vragen gesteld door het enthousiaste publiek. Ik vroeg John Behr nog of dit nu een lezing was of een preek? Hij antwoordde dat hij nooit een lezing kon geven zonder ook te preken, en vice versa. Toen besefte ik pas, dat dit inderdaad essentieel is voor een goede lezing en preek, en bedankte hem voor zijn inspirerende lezing (en/of preek).
John Behr is Russisch-orthodox priester, theoloog en professor aan de Radboud Universiteit vanwege zijn betrokkenheid bij het St. Irenaeus instituut, maar hij is niet woonachtig in Nederland. Sinds 2020 bekleedt hij een koninklijke leerstoel aan de Universiteit van Aberdeen. Daarvoor was hij decaan van het beroemde St. Vladimir’s Orthodox Theologische Seminarie in de staat New York, waar hij ook programmadirecteur van de master theologie was en professor Patristiek. Wanneer John Behr voor zijn werk aan het St. Irenaeus in Nederland is, probeert de rector van dat instituut, Michael Bakker, die tevens ook priester van de St. Nicolaas parochie te Amsterdam is, meestal ook andere activiteiten en lezingen te combineren met het verblijf in Nederland.
- Met dank aan Michael Bakker die zo vriendelijk was mijn tekst op consistentie en weergave van het origineel te controleren.
- De vertalingen van de Bijbelfragmenten komen uit de NBV-studiebijbel.
- Openingsfoto: John Behr tijdens de lezing in Amsterdam. @Michaël Bakker.
Auteur
-
Redactielid 'Platform Oosters Christendom'. Daarnaast is Josephien staflid van het IvOC, Slavist en filosoof. zij is gepromoveerd op de Sophiologie van de Russische religieuze filosoof, Sergej Boelgakov.
Bekijk Berichten