In een gemeenschappelijke verklaring tonen de patriarchen en kerkleiders in Jeruzalem zich solidair met het Armeense Patriarchaat in hun stad. Ze spreken zich uit tegen de acties van de Israëlische overheid om de zogeheten arnona (gemeentelijke belasting) schulden te innen die naar verluidt sinds 1994 zijn opgelopen, maar volgens het Armeense patriarchaat ‘nooit zijn bewezen.’
‘Betwiste belastingclaims,’ zo meldt The Jerusalem Post, ‘kunnen leiden tot de veiling van landgoederen die lange tijd de levensader van het christelijke erfgoed van Jeruzalem zijn geweest. Dit brengt niet alleen het voortbestaan van een eerbiedwaardig instituut in gevaar, maar ook de historische status quo die al generaties lang de delicate balans van religieuze rechten in de Heilige Stad bewaakt.’
Gedwongen verkoop
Volgens de krant beweert de gemeente ‘dat christelijke religieuze instellingen tientallen miljoenen dollars aan onbetaalde belastingen verschuldigd zijn voor hun commerciële eigendommen die inkomsten genereren. Volgens de Israëlische belastingwetten zijn alleen niet-commerciële religieuze eigendommen vrijgesteld van belastingen, wat betekent dat eigendommen die door religieuze instellingen worden verhuurd voor alle andere doeleinden, wel belast moeten worden.
Vanuit het perspectief van christelijke religieuze instellingen is de situatie echter complexer. De inkomsten uit deze eigendommen worden gezien als essentieel voor het ondersteunen van de activiteiten van de patriarchaten, die een vitale rol spelen in het religieuze, sociale en culturele leven van de christelijke gemeenschappen.’
Afgelopen week diende het Armeense Patriarchaat van Jeruzalem bij de rechtbank een verzoekschrift in om het proces van gedwongen verkoop stop te zetten.
Roekeloze daad
‘Het is ondenkbaar dat christelijke instellingen,’ zo staat in de gemeenschappelijke verklaring, ‘wier missie eeuwenlang is geweest om het geloof te beschermen, gemeenschappen te dienen en het heilige erfgoed van het Heilige Land te behouden, nu geconfronteerd worden met de dreiging van inbeslagname van eigendommen door Israëlische-administratieve maatregelen die geen rekening houden met een eerlijk proces.
Bijzonder alarmerend is de poging van de gemeente om een schuldbekentenis af te dwingen zonder gerechtelijk onderzoek en in weerwil van de overheidscommissie die is opgericht om in goed vertrouwen over dergelijke zaken te onderhandelen. Deze roekeloze daad brengt het Armeense Patriarchaat in gevaar, schept een precedent en vormt zo een bedreiging voor christelijke instellingen in het gehele Heilige Land.
Deze actie ondermijnt de vrijheid van godsdienst, die het fundament is van alle andere rechten, omdat door een confiscatie van bezittingen, het bestaansrecht van het Armeense Patriarchaat wordt aangetast en ontdaan van de nodige economische middelen om te leven en te werken en de lokale Armeense bevolking wordt onthouden van de pastorale zorg van hun kerk.
“Als één lid lijdt, lijden allen tezamen”(1 Korintiërs 12:26). Het treffen van één Kerk is een aanval op allen, en we kunnen niet zwijgen terwijl de fundamenten van ons christelijke getuigenis in het land van Christus’ worden aangetast. Wij roepen premier Benjamin Netanyahu, de minister van Binnenlandse Zaken Moshe Arbel en minister Tzachi Hanegbi op tot onmiddellijke actie; door alle beslagleggingsprocedures te bevriezen en ervoor te zorgen dat de onderhandelingen worden hervat om in de geest van rechtvaardigheid tot een minnelijke schikking in deze kwestie te komen.
Moge gerechtigheid zegevieren en moge het Heilige Land een baken van geloof blijven voor de komende generaties.’

Openingsfoto: Armeens Patriarchaat in Jeruzalem. © WikimediaCommons: Jorge Lascar
Auteur
-
Eindredacteur 'Platform Oosters Christendom'. Christel studeerde Religiewetenschappen en Communicatie, daarnaast is zij journalist en schrijver van diverse boeken.
Bekijk Berichten