PSALMEN VAN DE VROEGE KERK – boekbespreking

Afgelopen november zag een nieuwe vertaling van de Psalmen van de Vroege Kerk het licht. Op het Platform Oosters Christendom is daar uitgebreid aandacht aan besteed. Een bespreking van dit werk door Peter Nissen, die als emeritus hoogleraar kerkgeschiedenis, spiritualiteitsstudies en oecumenica aan de Radboud Universiteit kenner bij uitstek is, toont nogmaals het belang aan van deze bijzondere uitgave.

Vanaf het moment dat de boodschap van Jezus in het midden van de eerste eeuw de wereld begon te veroveren, werd daarbij gebruik gemaakt van de wereldtaal van die tijd: het Grieks. De brieven van Paulus, de evangelies en de andere boeken van het Nieuwe Testament, ze zijn allemaal geschreven in het zogenaamde koinè-Grieks. Of Jezus zelf het Grieks heeft beheerst, weten we niet. Maar zijn volgelingen die teksten hebben nagelaten, deden dat wel. En als zij de boeken van de Tenach, de Hebreeuwse Bijbel, lazen, deden zij dat ook in het Grieks. Als Jezus in de evangelies teksten aanhaalt uit de Tenach, die christenen Oude Testament zijn gaan noemen, dan laten de evangelisten Hem dat in het Grieks doen. Elf keer citeert Jezus uit Het boek van de Psalmen en steeds dus in het Grieks.

De vertaling die christenen in de eerste eeuwen lazen, was de zogenaamde Septuagint, ergens tussen 250 en 50 voor het begin van onze jaartelling ontstaan, volgens de overlevering door zeventig (of eigenlijk 72) vertalers, vandaar de naam. Waarschijnlijk gebeurde dat in de stad Alexandrië, toen een centrum van intellectuele bedrijvigheid en een stad met een grote joodse gemeenschap. Van die joden waren er steeds meer die het Hebreeuws niet of onvoldoende machtig waren. Mogelijk is de Septuagint juist voor hen gemaakt. In elk geval lazen ook veel joden in de tijd van het vroege christendom de Bijbel in deze Griekse vertaling.

Dit betekent dat wanneer joden en christenen de psalmen baden, zij dat ook deden in de versie van de Septuagint. In de christelijke liturgie die in de eerste eeuwen vorm kreeg, namen de psalmen een enorm grote plaats in. Zij vormden de hoofdmoot van het gebed op de verschillende uren van de dag, een joodse traditie die in het christendom uitgroeide tot het getijdengebed. Ook in de zondagse samenkomst werd steevast een psalm gebeden. De christelijke theologen die over Bijbelteksten nadachten, deden dat aan de hand van de Septuagint. De eerste Latijnse Bijbelvertaling, de zogenaamde Vetus Latina, die aan de Vulgaat van kerkvader Hiëronymus voorafging, was op de Septuagint gebaseerd. Hiëronymus gebruikte voor zijn Bijbelvertaling een Hebreeuwse tekst, maar niet voor de psalmen. Daar volgde hij weer de Septuagint. Dat gold dan vervolgens ook weer voor een aantal vroege vertalingen in de volkstaal. In het Nederlands is de Statenvertaling in de zeventiende eeuw de eerste Bijbelvertaling die voor het Oude Testament weer grotendeels op de Hebreeuwse grondtekst is gebaseerd. Toen het christendom zich in de twintigste eeuw bewust werd van zijn joodse wortels, werd voor Bijbelvertalingen vrijwel altijd op deze grondtekst teruggegrepen. Maar we moeten ons realiseren dat het daarbij doorgaans om één bepaalde teksttraditie van de Hebreeuwse Bijbel gaat, de zogenaamde Masoretische versie, die pas in de vroege middeleeuwen door joodse geleerden is vastgesteld. Andere Hebreeuwse teksttradities leveren soms verrassende overeenkomsten op met de Septuagint.

In elk geval is de versie van de Septuagint voor christenen, en vooral voor hun liturgie, van formatieve betekenis geweest. Zij werkt vooral in de eredienst van de orthodoxe en oriëntaalse kerken door, tot de dag vandaag. Dat geldt in hoge mate voor het Bijbelse gebedenboek bij uitstek: dat van de psalmen. Daarom is het een goede zaak dat er nu een Nederlandse vertaling is verschenen van de psalmen volgens de Septuagint. Het zijn immers de Psalmen van de Vroege Kerk, zoals de titel van de vertaling luidt. Er bestond al een vertaling uit 1988 van de hand van de trappist Christofoor Wagenaar, een groot kenner van het vroege monnikendom. Maar die was aan herziening en modernisering toe. Dat is nu gebeurd door een team van deskundigen op initiatief van het St. Irenaeus Orthodox Theologisch Instituut, dat verbonden is aan de Radboud Universiteit in Nijmegen.

Het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap maakte er een mooi vormgegeven, gebonden uitgave van, met twee leeslinten. Behalve de vertaling van de psalmen naar de Septuagint bevat de uitgave een voortreffelijke inleiding op de psalmen zelf, waarin allerlei kwesties, van de nummering tot de genres, aan bod komen, en twee bijlagen over het gebruik van de psalmen in de orthodoxe en oriëntaalse liturgie, vooral in de getijden.

Het is natuurlijk altijd raadzaam en bovendien spannend om verschillende vertalingen van de psalmen naast elkaar te leggen en met elkaar te vergelijken. Ook de op de Septuagint gebaseerd overlevering is niet eenduidig. De koptische traditie laat soms weer eigen varianten zien. De meest opvallende variant van de Septuagint tegenover de Hebreeuwse overlevering is, behalve het verschil in de nummering (die ook doorwerkte in de Vulgaat en in oudere katholieke vertalingen), de toevoeging van psalm 151, die trouwens in het Hebreeuws ook is aangetroffen in de grote psalmrol van Qumran. In de liturgie heeft deze psalm 151 geen plek gekregen.

En wat wellicht het belangrijkste is: het vertaalteam is er volgens mij uitstekend in geslaagd om een toegankelijke vertaling te maken, die recht doet aan het poëtische karakter van de psalmen en die zich door het gevoel voor ritme goed leent voor het gebruik in de liturgie. Een verrijking dus voor iedere psalmenlezer en -bidder.

De Psalmen van de Vroege Kerk vertaald uit de Septuaginta. Haarlem/Antwerpen, Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap, 2024, 268 blz., € 24,95.

Foto’s: Willem Jan de Bruin

Auteur

  • Emeritus hoogleraar kerkgeschiedenis, spiritualiteitsstudies en oecumenica aan de Radboud Universiteit. Hij is benedictijns oblaat van de Sint-Willibrordsabdij in Doetinchem

    Bekijk Berichten

Deze website maakt gebruik van cookies om inzicht te krijgen in websiteverkeer en gebruikers van de website.