In de jaren zeventig opende de Grieks-orthodoxe kerk in Utrecht zijn deuren: was het eerst zoeken naar zaaltjes waar diensten gehouden konden worden, inmiddels is de kerk een ijkpunt voor vele Grieks-orthodoxe gelovigen. Rianne van Klaveren gaat in gesprek met vader Alexandros Pitsikakis, priester van deze kerk, en wordt in de dienst welkom geheten met een ‘kalimera’.
Ik ontmoet vader Alexandros op een zaterdagavond in het ‘kantoortje’ zoals hij de kleine ruimte naast de kerkzaal noemt, dat ook een keukentje en een winkel met iconen, kruisjes en heilige olie telt. Er staat een bureau en een aantal stoelen, waar na de dienst gelovigen op leeftijd op de taxi kunnen wachten. Dat zie ik de volgende dag als ik de dienst bijwoon. Aan de muur hangen foto’s van belangrijke figuren voor de parochie, zoals de metropoliet van België, Athenagoras Peckstadt. Kom je de kerkruimte binnen, dan is het moeilijk voor te stellen dat het eerst een sportzaal was. ‘Nu is het niet meer in gebruik voor ‘lichaamsoefeningen, maar voor oefeningen van de ziel,’ zegt vader Alexandros. Voor hem is de kerk ‘een plek waar je goddelijke energie krijgt en samen met je broeders en zusters bent.’
Priester en psychotherapeut
De Griekse-orthodoxe kerk in Utrecht bevindt zich aan de rand van het centrum en behoort tot het aartsbisdom Benelux onder het Oecumenisch patriarchaat. Vader Alexandros is geboren en getogen op Kreta, en is nu zes jaar in Nederland als voorganger van deze gemeente. Hij trad daarmee in de voetsporen van zijn vader, die ook priester was in de Grieks-orthodoxe kerk: ‘De bisschop vroeg mij naar Nederland te gaan, maar ik heb de beslissing samen met mijn vrouw genomen. Ik ga waar God en de kerk mij roepen. Het is zoals in het leger: als je bisschop je opdraagt iets te doen, doe je het. Toen ik hier kwam, kende ik niemand. De mensen in mijn parochie hebben mij geholpen en stap voor stap geleerd hoe het hier werkt, bijvoorbeeld met de bank, verzekeringen en telefoon. In mijn parochie heb ik een familie gevonden. Hier ben ik gelukkig.’
Vader Alexandros is een vriendelijke man die graag in gesprek gaat over zijn kerk, die hem – zo wordt duidelijk – dierbaar is. In Athene studeerde hij theologie en psychotherapie. Hij was daar ook actief als psychotherapeut, in Nederland niet meer. Hij is nu met zijn doctoraat bezig over geestelijke verzorging: ‘Priester ben je 24/7. Doordeweeks werk ik als geestelijk verzorger in de gevangenis. Vanavond doe ik daar om zeven uur de kerkdienst. Na mijn werk ben ik er ook weer voor mijn parochie. Ik geef catechese en verzorg de diensten, soms ook doordeweeks. Gisteravond moest ik om acht uur langs bij een gemeentelid. Ik probeer wel een dag per week met mijn gezin te zijn. Het priesterschap is zoals de relatie met je vader: als je hem midden in de nacht met een probleem belt, neemt hij op en komt naar je toe als dat nodig is, desnoods met het vliegtuig.’
De geschiedenis van de gemeenschap en het gebouw
De gemeenschap is sinds 1970 in Utrecht. In die tijd was er nog geen eigen plek en was men altijd op zoek naar waar en wanneer men een dienst kon houden en wat dat zou kosten. Vader Alexandros wijst naar een foto op de vensterbank waar een Griekse man op staat: ‘Chariláos Chiotákis had een handel in bontjassen. Hij verkocht onder andere aan koningin Wilhelmina en kreeg later een brief van haar dat ze de jas mooi en van goede kwaliteit vond. Van zijn vader had hij geleerd: “Als je de mogelijkheid hebt om iets goeds te doen en de kerk te helpen, doe dat.” Chariláos ging op zoek naar een plek voor de orthodoxe kerk, en vond uiteindelijk deze sportzaal die bij een school hoorde. Hij heeft hem in 1986 samen met de gemeenschap gekocht, dus zo zijn we aan deze plek gekomen.
In de tijd dat hij de kerk kocht was Chariláos al ziek, de dokters gaven hem nog een half jaar. Hij ging op zoek naar een iconograaf met de opdracht om in zes maanden de iconen te schilderen. Hij wilde de kerk nog af zien voor zijn overlijden. Je ziet hier een grote parástasè – de priester wijst op de fresco’s met een opeenvolging van scènes, vergelijkbaar met de kruisstatiën – met gebeurtenissen uit het leven van Jezus. In het algemeen hebben orthodoxe kerken een kleinere parástasè waar meer heiligen op afgebeeld staan. De stoelen, de tempel, de iconen, alles komt uit Griekenland, die zijn in Nederland niet te vinden. Chariláos is een overigens speciaal lid van onze gemeente geworden. We herdenken hem nog steeds ieder jaar en bidden dan tot God of hij in het paradijs mag zijn.´
De gemeenschap
In de dienst op zondagmorgen begroeten de mensen elkaar hartelijk, de wat oudere vrouwen in het bijzonder, en ik krijg ook een ‘kalimera’, goedemorgen, toegewenst. De gemeenschap is divers. Voorheen waren er volgens vader Alexandros aardig wat Griekse restaurants in Utrecht, ergens tussen de tien en twintig. ‘De huidige generatie gaat vaker studeren en kiest andere beroepen.’ In de dienst zie je alle leeftijden, van pasgedoopte baby’tjes tot de honderdjarigen. Kinderen hebben een speciale positie in de dienst: ze zitten op kleine stoeltjes en staan vooraan in de rij om de communie te ontvangen.
De priester ziet zijn gemeenschap groeien. ‘De meeste parochianen komen uit Griekenland. Zo’n tachtig procent van de dienst is in het Grieks, slechts een klein deel in het Nederlands. Vanwege de Brexit wijken meer Griekse studenten voor hun master of PhD uit naar Nederland. Ook vinden er gemengde huwelijken tussen een Nederlandse en Griekse partner plaats en zijn er Nederlanders die lid willen worden. Zij krijgen dan catechese en kunnen uiteindelijk gedoopt worden. Utrecht telt meer dan 5000 Griekse-orthodoxe gelovigen, maar alleen bij feesten als Pasen en Goede Vrijdag komen er twee- tot driehonderd mensen in de kerk en vaak staan er buiten op straat ook nog zo’n duizend mensen.’
Er zijn in Utrecht niet veel Griekse organisaties: de kerk, een dansgroep en de Griekse school, waar kinderen les krijgen in hun eigen taal en waar vader Alexandros elke maand de orthodoxe godsdienstles verzorgt. Iemand die Grieks wil horen, gaat naar een van deze plekken.
Tijdens de dienst die ik bijwoon is er ruimte voor afscheid van dierbaren. Voor in de kerk wordt een altaar gemaakt voor de herdenking van een paar gemeenteleden, met fotolijstjes en kaarsen. Na de dienst verzamelen familieleden zich bij de tafel en delen Griekse hapjes uit. Een jonge vrouw die naast me staat, legt me uit: ‘Onze manier van herdenken is niet verdrietig, maar een uiting van dankbaarheid.’ Dat is ook te merken aan de sfeer met groepjes gezellig pratende mensen.
Cultuur en geloof
Drie keer per jaar organiseert de gemeenschap een groot feest: op de nationale Griekse feestdag op 28 oktober, nieuwjaar en het parochiefeest op 25 maart. De laatste was niet altijd op die datum. Vader Alexandros: ‘Eerst was het de Ontslaping van de Moeder Gods, ook wel de Maria Tenhemelopneming genoemd, op 15 augustus, midden in de vakantieperiode. Geen gemakkelijke datum voor een feest. Terwijl op 25 maart eveneens een nationale dag van Griekenland is. Zo zijn Chariláos en de bisschop overeengekomen dat die dag jaarlijks de parochieviering zou zijn. Dit zijn verbindende momenten voor de parochianen. De hele gemeenschap komt dan in een restaurant bijeen om te praten, dansen en eten.’
De liturgie
Als ik de priester vraag wat de gemeenschap typeert, zegt hij na een korte stilte dat er eigenlijk geen verschillen zijn tussen deze orthodoxe kerk en andere orthodoxe kerken. ‘Jezus is dezelfde: hier en in Rusland, in Griekenland, in Roemenië, en in België.’ Hij schakelt over op het Engels, dat doet hij altijd als hij iets spiritueels vertelt. ‘Onze missie is om na dit leven, in het volgende leven dicht bij God te zijn. Dus, we lopen in dezelfde richting. Het mysterie van de heilige liturgie, ook wel eucharistie of heilig avondmaal genoemd, is het eerste en laatste. Het vieren hiervan zie ik ook als mijn taak hier in Nederland.’
Een dag later klinken de oude Byzantijnse teksten met sierlijke loopjes voornamelijk in het Grieks, gedeeltelijk in het Arabisch door een Arabische voorzanger, en ook wat Nederlands bij het evangelie, de geloofsbelijdenis en een klein stukje in de heilige liturgie. Het gezang is prachtig, maar moeilijk te volgen voor iemand die het Grieks niet machtig is. Hierin ben ik niet de enige. Een koptisch-orthodoxe studente herkent dit. ’De melodieën zijn wel herkenbaar,’ zegt ze. ‘Zo kan ik de dienst volgen.’ Als ik de priester hier later naar vraag, blijkt het om een kerktaal te gaan die modern-Grieks sprekenden ook niet verstaan: ‘Maar mensen hebben er een gevoel bij. Toen ik in Kroatië op vakantie was en een dienst bezocht, begreep ik het Kroatisch ook niet. Het belangrijkste is dat ik er was. Het gaat om de energie die je krijgt tijdens de communie.’ De Griekse voorzanger Fokion vertelt me na de dienst dat het voorzangersvak eveneens openstaat voor nieuwe mensen die in de praktijk leren door mee te zingen. ‘Het zijn moeilijke melodieën die je door veel oefening moet leren. De voorzangers zingen wel namens de mensen. Het gezang kan als gebed begrepen kan worden. Het gaat daarin om contact met God. Het is spiritueel zingen, dat helpt de mensen bij het bidden.’
Tot slot wil vader Alexandros graag benadrukken dat ´zijn´ kerk er niet alleen is voor Grieken, het is niet voor niets onderdeel van het oecumenische patriarchaat: ‘Onze kerk is voor iedereen.’
Bij de openingsfoto:
Vader Alexandros laat een kruis in het water zakken bij de Stadsbuitengracht, volgens de traditie van theofanie in Griekenland. De Heilige Geest zegent dan alles, zo ook het water. Er wordt ook wat heilig water in de rivier gegoten. Gewoonlijk zijn er zwemmers die een kruis meenemen in het water, maar vanwege twijfels bij de waterkwaliteit durfde de priester dat niet aan. Deze foto en de andere foto’s van de nieuwjaarsceremonie zijn van de ©Grieks-orthodoxe parochie Utrecht.
Auteur
-
Redactielid 'Platform Oosters Christendom'. Student Religiewetenschappen aan de universiteit van Utrecht.
Bekijk Berichten