In een eerdere bijdrage hebben we het portret geschetst van patriarch Louis Sako, het hoofd van de Chaldeeuwse Kerk, een afsplitsing van de zgn. Assyrische Kerk van het Oosten. Hoogtijd dus om ook in te gaan op de geestelijk leider van deze laatste Kerk, temeer daar hij medio februari een pastoraal bezoek brengt aan Nederland en België: Mar Awa III.
De gemeenschap die Mar Awa leidt telt momenteel niet meer dan 500.000 gelovigen, waarvan de meerderheid in de diaspora woont, vooral de Verenigde Staten en Australië maar in kleine aantallen ook in Nederland en België. In Zeist heeft de gemeenschap een eigen kerk en in Haren bij Brussel gebruiken ze de rooms-katholieke parochie Kerk, in afwachting van een eigen kerkgebouw. Het gering aantal leden mag niet doen vergeten dat deze Kerk van het Oosten een groots verleden heeft: patriarchen, bisschoppen en theologen werden gewaardeerd door islamitische leiders en geleerden in de periode dat Bagdad het centrum was van de islamitische wereld (865-1258); missionarissen trokken naar China, Zuid-India en Afghanistan en vestigden daar bisdommen en kloosters. Academies en kloosters leverden geleerden en vooral mystieke auteurs. De belangrijkste daarvan, Isaac de Syriër (7de eeuw), is in november 2024 erkend als heilige door de Katholieke Kerk.
Vanaf de 13de eeuw kent de Kerk van het Oosten een periode van verval, te wijden aan moeilijke politieke omstandigheden en de afsplitsing van een deel van de gelovigen om een unie te vormen met Rome. In de moderne tijd is er dan de genocide op de christenen in de Eerste Wereldoorlog, waardoor de Kerk verdween uit zuidoost Turkije, het traditionele thuisland. De onmogelijkheid een plaats te vinden in het nieuw opgerichte koninkrijk Irak (1932) betekende dat ook hier geen plaats was voor de Kerk van het Oosten. De patriarch wordt er persona non grata en hijzelf en een groot aantal christenen worden gewelddadige wijze verdreven, met als gevolg een groot aantal doden. Vanaf het einde van de 19de eeuw voegde de Kerk van het Oosten steeds vaker ‘Assyrisch’ aan haar naam toe, om te benadrukken dat de Kerk een duidelijke etnische eigenheid bezit, de klassieke Syrisch-Aramese taal die gebruikt wordt in liturgie en literatuur, en het Sureth, oorspronkelijk vooral een gesproken vorm van Aramees, dat zich echter ontwikkelde tot een geschreven taal en ook bijvoorbeeld in de liturgie wordt gebruikt of in officiële documenten.
Diaspora
Na een aantal omzwervingen belandde de patriarch, Shim’un XXI Isai, in Chicago (1940), dat het nieuwe centrum en patriarchale residentie werd van de Kerk van het Oosten. Deze situatie stelde de kerkleiding natuurlijk voor een aantal uitdagingen. Op liturgisch vlak werden een aantal herzieningen doorgevoerd, zoals de invoering van de Gregoriaanse kalender zodat de voornaamste kerkelijke feesten nu samen vielen met die van het Amerikaanse mainstream christendom. Een belangrijke hervorming was ook dat met de dood van patriarch Denkha IV (2015) een einde kwam aan de traditie waarbij de patriarch via een systeem van erfelijke opvolging (van oom naar neef) aan zijn positie kwam, maar in het vervolg verkozen zou worden door de synode van bisschoppen. Zijn opvolger, Ghiwarghis III, bisschop van Bagdad, koos er voor de patriarchale residentie terug te brengen naar het oosten, met name naar Erbil, de hoofdstad van de autonome regio van Koerdistan. In 2021 werd hij opgevolgd door Mar Awa III, de huidige patriarch die zijn Kerk ook bestuurt vanuit Erbil.
Mar Awa: wie is hij?
Als David Royel is hij geboren in Chicago in 1975. Opgegroeid in het diaspora milieu van Chicago dat een grote Assyrische minderheid kende, was hij vroeg actief in het kerkgebeuren. Hij leerde al jong het klassieke Syrisch. Op zijn zeventiende werd hij diaken gewijd door de toenmalige patriarch Mar Denkha (1992). Hij studeerde toen al filosofie en theologie aan de Loyola University in Chicago, een universiteit geleid door de jezuïeten. Daarna volgde hij nog theologie aan het St Mary-of-the-Lake instituut, een instelling met een sterke gerichtheid op pastorale vorming en die open stond voor studenten van een groot aantal katholieke bisdommen. Hier behaalde hij in 1999 zijn mastergraad in theologie. In hetzelfde jaar werd hij tot priester gewijd. Hij vervolgde zijn studies aan het pauselijk oriëntaals instituut, een andere instelling geleid door de jezuïeten, nu in Rome, waar hij in 2005 de graad van licentiaat in de theologie behaalde. Het was voor hem de gelegenheid om op een wetenschappelijke manier om te gaan met de tradities van zijn eigen Kerk, waarmee hij als diaken en priester natuurlijk zeer vertrouwd was. Er volgden enkele jaren van pastoraal werk in de VS, die echter ook benut werden om te werken aan een doctoraat, dat hij in 2007 verdedigde aan hetzelfde pauselijk instituut. Het onderwerp van zijn proefschrift was een onderzoek naar het getijdengebed in de vastenperiode van de Assyrische Kerk. Zijn liturgische belangstelling blijkt ook uit diverse andere publicaties.


Bisschop van Modesto
Een jaar later werd Mar Awa benoemd tot bisschop van Modesto in Californië, een ander centrum van veel Assyrische christenen. Het was een periode waar hij met veel realiteitszin de tradities van zijn Kerk, ook de liturgische, probeerde te laten aansluiten bij de situatie en het levensgevoel van de christenen voor wie hij verantwoordelijk was. Gezien zijn vorming aan katholieke instellingen was hij de best geplaatste persoon om namens zijn Kerk de gesprekken te voeren met de Rooms-Katholieke Kerk, informeel via het Forum Syriacum van de instelling Pro Oriente in Wenen, officieel als lid van de Assyrisch-katholieke dialoogcommissie. Als secretaris van de synode was hij verder nauw betrokken bij de organisatie van zijn Kerk wereldwijd. Het was dan ook niet onverwacht dat toen in 2021 patriarch Ghiwarghis III, de opvolger van de genoemde Denkha IV, om gezondheidsredenen aftrad, Mar Awa gekozen werd als de nieuwe katholikos-patriarch van de Assyrische Kerk van het Oosten.
Patriarch
De situatie was inmiddels totaal veranderd. Mar Gewargis en de synode die hem in 2015 tot patriarch had gekozen, hadden besloten om de zetel van het patriarchaat terug te brengen naar het Oosten, en wel naar Erbil, de hoofdstad van Iraaks Koerdistan, een regio met een autonoom statuut. Mar Awa, een zoon van de diaspora, zetelt nu ook in Erbil. Voor hem is dit belangrijk. Verschillende malen heeft hij benadrukt dat zijn gemeenschap de Kerk van het Oosten is, de traditionele vorm van christendom, met een apostolische origine, in grote delen van het Midden-Oosten (Irak, Iran, Oost-Turkije), maar ook verder in Centraal (India) en Oost-Azië.
Uitdagingen
In Erbil zijn de uitdagingen anders, maar niet minder groot dan in Chicago. Allereerst is het zaak goede contacten te onderhouden met de Iraakse en de Koerdische regering. Deze laatste heeft de Assyrische Kerk aangeboden te zorgen voor een waardige residentie. De plechtige inwijding had plaats in 2024, in Assyrische optiek is het een klein Vaticaan, een symbool in ieder geval dat de Assyrische Kerk een mondiale uitstraling wil hebben en niet beperkt is tot het klein aantal gelovigen in Irak.
Contacten met de Chaldeeuwse Kerk
Een tweede uitdagingen zijn de contacten met de Chaldeeuwse Kerk. Zoals boven vermeld heeft de Chaldeeuwse Kerk zich afgescheiden van de Kerk van het Oosten. De Chaldeeuwse Kerk is nu de grootste gemeenschap in Irak met aanzienlijk meer leden dan haar Assyrische moeder. De Chaldeeuwse patriarch, Mar Rufa’il Louis Sako beschouwt zich daarom als de vertegenwoordiger bij uitstek van de christelijke gemeenschap ten aanzien van de Iraakse autoriteiten, iets wat uiteraard niet vanzelfsprekend is voor de kerkelijke leiders die niet onder zijn gezag zijn. In 2015 nam Sako een gedurfd oecumenisch initiatief. Het overlijden van Mar Denkha was voor hem de gelegenheid om voor te stellen dat de beide synodes van de Assyrische en Chaldeeuwse Kerk samen een nieuwe patriarch zouden kiezen en aldus een eind zouden maken aan de eeuwenoude scheiding tussen beide kerken. Hijzelf was bereid af te treden als patriarch. Mar Awa, toen nog bisschop van Modesto, formuleerde een antwoord. Daarin onder streepte hij twee zaken die kenmerkend zijn voor zijn visie op de Kerk van het Oosten. Een eerste punt is de traditie. De Chaldeeuwse Kerk heeft in zijn ogen teveel vernieuwingen ingevoerd, met name op het gebied van de liturgie. Niet dat Mar Awa star vasthoudt aan traditie, in Modesto heeft hij het tegendeel bewezen, maar de vernieuwingen binnen de Chaldeeuwse Kerk zijn in wezen aanpassingen aan de kerk van het westen, latiniserend, waardoor de Chaldeeuwse Kerk eigenlijk vervreemd is van haar eigen wortels. Ten tweede: als geünieerde kerk staat de Chaldeeuwse Kerk onder het gezag van de Paus. Dit laatste was in Sako’s voorstel ook een absolute voorwaarde voor een hereniging, zich te scharen onder het gezag van Rome. Maar hoe kan de Kerk van het Oosten, zo vraagt Mar Awa zich af, zich nu stellen onder het gezag van de paus, die traditioneel de titel draagt van patriarch van het Westen. Mar Awa is zeker bereid de paus te erkennen als eerste onder zijn gelijken, en hij verwijst daarvoor naar de eeuwenoude traditie van zijn Kerk, maar om zelf op te gaan in een geünieerde kerk is een brug te ver, het zou een verwestersing betekenen van de authentieke oosterse traditie, een verraad aan haar roeping. Hij denkt eerder in lijnen dat in afwachting van de éénheid van alle christenen de Kerk van Oosten een zusterkerk is van de Katholieke Kerk, met haar eigen apostolische taak en opdracht.
Op maandag 24 februari houdt Mar Awa III een lezing op de faculteit Theologie en Religiewetenschappen aan de Universiteit van Leuven. Meer informatie volgt.
Auteur
-
emeritus hoogleraar oosters christendom, Radboud Universiteit Nijmegen en K.U Leuven. Publicaties op het gebied van Syrisch en Arabisch christendom, met nadruk op de interactie tussen christenen en moslims. Lid van verscheidene dialoogcommissies en specialist op het gebied van de huidige situatie van christenen in het Midden-Oosten. Redactielid 'Platform Oosters Christendom'
Bekijk Berichten