Dit jaar valt het Paasfeest in de nieuwe, westerse Gregoriaanse kalender samen met Pasen in de oude Juliaanse kalender. Bovendien is er dit jaar een overlap met de islamitische ramadan. Platform redacteur Paul Baars reflecteert op de vastentijd.
De drie vastenperiodes hebben in de praktijk veel gemeen. Ze draaien om bezinning, versobering, bekering en solidariteit. De theologische context blijft natuurlijk verschillend. In de islam is de ramadan geen voorbereiding op het feest van Pasen, al leidt het samenvallen van de vastenperiodes dit jaar hier en daar wel tot interreligieuze ontmoetingen en gesprekken. In Deventer hebben enkele priesters en dominees aan het begin van de ramadan de plaatselijke moskee bezocht. Enkele leden van mijn parochie, de orthodoxe parochie van Petrus en Paulus in Deventer, hebben deelgenomen aan een iftar-maaltijd na zonsondergang in deze moskee. Ze zijn hartelijk ontvangen en er is een tegenbezoek van de Moskee aangekondigd aan onze kerk.
Het concilie van Nicea bepaalde in 325 dat het feest van Pasen moest vallen op de eerste zondag na de eerste volle maan in de lente. Maar wanneer dat dan precies valt bleef een punt van discussie. Christenen bleven Pasen op verschillende momenten vieren. Wanneer je daar meer over wilt weten, verwijs ik naar een artikel van Bert Groen over de geschiedenis van de verschillende kerkelijke kalenders en Paasdata en de pogingen die er de laatste jaren zijn ondernomen om te komen tot een gemeenschappelijke datum.
Verschillende kalenders
De belangrijkste oorzaak van de verschillen is het volgende: omdat de oude kalender 13 dagen achterloopt op de nieuwe, begint de lente in de orthodox-christelijke landen ook 13 dagen later. Daarom kan het voorkomen dat ook de eerste volle maan in de lente in de oude kalender niet samenvalt met de eerste volle maan in de nieuwe kalender. Die moeten dan nog een paar weken wachten en hebben dus later Pasen. De islam hanteert een heel andere maankalender. Ramadan valt op de negende maand van de islamitische kalender en daardoor in onze kalender steeds op andere momenten in het jaar. De vorige keer dat de vasten en de ramadan gedeeltelijk samenvielen was in de jaren 1990-1994. Dit jaar en volgend jaar gebeurt dat opnieuw. Daarna moeten we weer een jaar of dertig wachten tot het weer samenkomt.
Soms heb je onverwachte gesprekken op onverwachte plaatsen. Ik had een interessant gesprek in het koffiecafé bij mij op de hoek. De nieuwe beheerder Arthur, een Armeniër en een Marokkaanse bezorger van het bedrijf, die daar regelmatig producten aflevert, hadden het over vasten. Arthur doet niet aan de vasten, maar zijn vrouw wel. De Marokkaan vast ook. Hij was van mening dat het christelijke vasten misschien wel moeilijker was dan het islamitische vasten, omdat de christenen veertig dagen lang bepaalde zaken helemaal niet mogen eten. Hij kan voor zonsopkomst en na zonsondergang, die dit jaar gelukkig niet zo laat invalt, alles weer eten. Hij vond het wel zwaar, omdat hij gewoon doorwerkt. Maar zo te zien en te horen leed hij er niet erg onder.
Vasten herontdekt
Vasten volgens de rooms-katholieke voorschriften is traditioneel sterk verwant aan het vasten in de orthodoxe en oriëntaalse kerken. In de orthodoxe traditie begint de vasten met vergevingszondag, in de rooms-katholieke kerk enkele dagen later met het halen van een askruisje op Aswoensdag. Ik herinner mij nog dat snoep bij ons thuis tijdens de vastentijd in een trommeltje werd opgeborgen, dat pas na Pasen weer openging. Maar ik gaf niet om snoep. De inhoud van mijn trommeltje was, wanneer Pasen naderde, al naar het trommeltje van mijn zus verhuisd. In Nederland lijkt de traditie van het vasten na het Tweede Vaticaans Concilie in onbruik te zijn geraakt. De laatste jaren wordt het vasten herontdekt, ook in protestantse kerken, mede door de aandacht die gegroeid is voor het milieu.
Belangrijk is dat je het vasten traditioneel altijd mag aanpassen aan persoonlijke omstandigheden. Kinderen, bejaarden, reizigers en zieke mensen hoeven niet of minder te vasten. Vaak kies je na overleg met je priester of geestelijk begeleider een vorm die bij jouw situatie past en die je ook aankunt. Wanneer je dat niet doet, wordt de vastenperiode een tijd van frustratie. Belangrijk is dat het vasten in oosterse kerken door extra vieringen ondersteund wordt, zoals de ‘liturgie van de Voorafgewijde Gaven’. Mijn parochie doet die vieringen ook. Ik kan ze helaas vanuit Nijmegen niet allemaal bijwonen. De oosterse kerken kennen meerdere vastenperiodes, niet alleen de ‘grote vasten’ voor Pasen, maar ook de minder strenge Petrus en Paulus vasten en de Moeder Gods vasten.
Zondag
Toen ik nog lichamelijk zwaar werk deed in de centrale keuken van een ziekenhuis, zei mijn priester dat ik helemaal niet hoefde te vasten: een advies dat ik maar gedeeltelijk heb opgevolgd. Na mijn pensionering vast ik dus strenger dan voor mijn pensionering. De heilige Johannes Damascenus zegt dat je op zondag, de dag van de verrijzenis, niet hoeft te vasten. Daarom vast ik niet op zondag. Het is voor mij niet moeilijk om vlees, vis en zuiverproducten weg te laten. Het moeilijkste vind ik om het bier te laten staan, zeker wanneer het mooi weer is en ik hard in mijn moestuin gewerkt heb. Toch lukt dat vrij goed.
De ramadan lijkt in de praktijk minder flexibel. Tussen zonsopgang en zonsondergang niet eten zou ik nog wel volhouden. Maar in die periode niet drinken lijkt mij heel moeilijk en voor mij ongezond. Wanneer de ramadan in de zomer valt zijn de dagen in streken die heel noordelijk liggen heel lang. In de soenitische traditie hanteert men daarom soms een aanpassing. Men neemt de tijden van de zonsopgang en de zonsondergang van Mekka, omdat het anders niet vol te houden is. In de tradities van oosterse kerken zijn de regels voor het vasten verbonden met het kloosterleven, streng en gedetailleerd. Er zijn geen eigen regels voor leken. In de geschiedenis van het christendom is het vasten daardoor steeds verder uitgebreid. Het jodendom kent het vasten alleen tijdens grote verzoendag en de herdenking van de verwoesting van de tempel. Het monastieke vasten is voor ‘leken’ buiten het klooster met een baan en een gezin in de praktijk niet vol te houden. Wanneer je alles zou volgen, haal je als leek het feest van Pasen waarschijnlijk niet. Je moet een middenweg vinden.
Kloosterregels
In mijn idee moet je de regels van het vasten ‘naar de geest’ interpreteren en niet ‘naar de letter’. Ik heb een orthodoxe monnik gekend die handig met de regels omsprong. Hij vroeg tijdens de grote vasten aan een bekende een lekker visje neer te leggen in een bushalte in een nabijgelegen dorp. Hij liep daar dan naar toe en at het visje op. Wanneer je op reis bent, hoef je namelijk niet te vasten. Dus hij hield zich aan de regels. De interpretatie van de monnik zou mij goed uitkomen. Ik reis drie keer per week van Nijmegen naar Deventer en zou dan al drie dagen van het vasten af zijn. In de oude documenten over vasten wordt alleen gesproken over wijn (bier en wodka waren er nog niet). Ook dat zou mij goed uitkomen. Maar ik vind dat trucs. ‘Wanneer vasten alleen over eten zou gaan, zijn alle koeien heilig,’ zei de kerkvader Johannes Damascenus. Ik zou graag in de vastentijd meer tijd hebben voor bezinning en lezing. Maar dat komt er nauwelijks van. Het merendeel van mijn activiteiten lopen gewoon door.
In het trappistenklooster La Trappe in Frankrijk werd in de 18de eeuw zo streng gevast, dat enkele monniken tijdens de vastentijd stierven van de ondervoeding en de kou. De Franse politie stelde een onderzoek in. Maar de abt van het klooster zag geen probleem. Volgens hem gingen monniken die tijdens de vasten stierven rechtstreeks naar de hemel. Die tijden zijn daar wel voorbij. Ik ken een orthodoxe vrouw, die zo streng vast dat ze in de Goede Week tijdens de vieringen dreigt flauw te vallen. Dat kan niet de bedoeling zijn. Je beschadigt dan je eigen lichaam en kan ook niet meer goed functioneren als koorzanger, terwijl je daar wel nodig bent. Ik ken ook een vrouw die, naarmate de vasten vordert, steeds bozer wordt en zelfs mensen gaat uitschelden. Dan werkt het vasten averechts. Bisschop Gabriël (de Vylder) van het bisdom Rue Daru te Parijs zei een keer: ‘Wanneer aan het eind van de vastentijd je huisgenoten en zelf je huisdieren het huis uitvluchten vanwege je humeur, heb je iets niet goed gedaan.’
Openingsfoto: Hieronymus Bosch. Het gevecht tussen Carnaval en Vasten. (Bron: Rijksmuseum)